Dag 72: van Navarrete naar Cirueña (34,5 km)

13 juli 2018 - Cirueña, Spanje

Zonnig, later onweer met hagel en regen max. temp 30º

Vandaag 34,5 / Totaal 1875,3 kilometer

Een diepe nachtrust had ik gehad, maar die was weer veel te kort, want met dagelijkse afstanden van ruim boven de dertig kilometer is een nachtrust van amper zeven uur niet genoeg. Met het verstrijken van de dagen voel ik de vermoeidheid dan ook weer toenemen, vooral in de middag en avond kan ik mijn ogen amper openhouden en mijn voeten staan op het einde van de lange etappes in deze hitte op exploderen. Tijdens het stappen merk ik er niks van, dan leg ik op de automatische piloot in cadans mijn meters af, waarbij ik op gezette tijden een rustpauze neem. Ik zal mijn dagritme een beetje gaan aanpassen, eerder pauze houden en wat minder kilometers maken, dan kan ik de tijd die ik daar mee win in bed blijven liggen.

Met het lampje op mijn hoofd sloot ik de deur van de pelgrimsherberg in Navarrete en ging op pad, nadat ik de gisteren ingeslagen boodschappen als ontbijt had genuttigd. Ik had er op een kamer geslapen, samen met Robert en de Belgen John en Piet. Deze laatste twee waren al een half uurtje eerder gegaan, terwijl Robert zich nog een keertje lekker omdraaide. Ook die heeft last van de vermoeidheid, maar hij heeft een deadline te halen, nu zijn thuisfront voor hem al een retourticket heeft gekocht. De consequentie voor hem is dan wel dat hij veel later in de middag op zijn bestemming arriveert, met de hitte ook erg vermoeiend. Zo zie je maar, iedereen doet het op de manier waar men zich het beste bij voelt, en dat is de beste manier natuurlijk.

Bij het verlaten van Navarrete kwam ik langs een begraafplaats, waar een mooi uitgevoerde façade, in gotische stijl met geometrische motieven, van een voormalig hospitium in de muur is gebouwd. Een reliëf in de gevel van de naastgelegen kapel herinnert aan de Belgische pelgrim Alice Degraemer, die hier tijdens haar pelgrimstocht per fiets verongelukte. Zo zie je maar, het is altijd uitkijken geblazen tijdens de Camino, zeker op de stukken die je over de provinciale wegen moet lopen en zoals nu ook nog ik het donker. Gelukkig waren het maar een vier- à vijfhonderd meter langs deze weg en omdat het nog vroeg was reed er nauwelijks verkeer.

Over landbouwweggetjes kwam ik na ruim een uur aan in het dorpje Ventosa alwaar ik even een koffiebreak nam. Ik had me voorgenomen om wat vaker te gaan stoppen, om zo te proberen de voeten te ontlasten. Na deze korte pauze liep ik het dorpje weer uit en na een korte klim kwam ik op de “Alto de San Antón”, een lage heuvel met struiken waar ik me weer kon onderdompelen in de rust en eenzaamheid. Ik volgde een lange weg door de vlakte van het dal van de rivier “Najerilla”, tussen wijnvelden, veel wijnvelden. In de verte zag ik Nájera al liggen, maar ik moest toch nog zeker drie kwartier wandelen om er te kunnen zijn. Het pad over deze vlakte liep in een opeenvolging van weggetjes in verschillende staat van onderhoud, langs steenhopen, industrieterrein en voetgangersbrug. Op de muur van een voormalige meelfabriek staat een van de mooiste pelgrimsgedichten geschreven; “Pelgrim, wie roept je, welke duistere kracht drijft je?”

Een uiting van liefde en gevoel die me tot overpeinzing uitnodigde. Nog nadenkend over deze tekst stak ik over de middeleeuwse brug met acht bogen de rivier de Najerilla over, waarna ik in het oude stadscentrum van Nájera terecht kwam. Aldaar heb ik op een terras weer een pauze gehouden.

Beschermd door een paar steile rotsen was Nájera de hoofdstad van La Rioja en de zetel van de regering van Navarra in de 10e en 11e eeuw, nadat de Moren Pamplona hadden verwoest. Ik heb er het klooster van Santa Maria la Real bezocht, dat aan een grot ligt, waar volgens de overlevering wonderen zijn gebeurd. Onder deze kerk, in het deel van de grot, bevindt zich het “Panteón Real”, waar de koningen en koninginnen van het voormalig Koninkrijk van Navarra begraven liggen.

Nadat ik van deze mooie stad had genoten, vertrok ik over een sterk oplopende straat naar de heuvels van Peñescalera. In de rode zandstenen muur zag ik de grotten en gangetjes die uitgehakt waren om de eerste inwoners van de stad te  beschermen tegen de gevaren die in het dal op de loer lagen. En ineens stond ik in de open leegte van de vlaktes van de Rioja te kijken. Ik kwam al weer snel te lopen door akkers met brede voren en landbouwwegen, die op een afstand van ongeveer vijfhonderd meter parallel aan de snelweg N-120 lopen. Ik zag het verkeer wel over deze weg razen, maar wonderwel hoorde ik het helemaal niet. Inmiddels was het al weer half twaalf en behoorlijk warm geworden. Tot aan mijn eindbestemming, Cirueña, liep ik bijna vijftien kilometer door dit gebied, waar graanvelden en de vertroostende vergezichten op de “Siërra de la Demanda” mijn enige metgezellen waren. Er liepen zo her en der ook andere pelgrims te zwoegen en te zweten, maar iedereen was meer met zichzelf bezig, zeker door de opkomende hitte. Dorst, dat had ik ook, maar gelukkig had ik voldoende water bij me. De weersvoorspellingen waren dat het later op de middag zou gaan onweren, waardoor het drukkende gevoel voor zo’n bui, zoals we dat ook in Nederland kennen, een extra belasting werd deze laatste kilometers.

Maar voordat ik bij mijn eindbestemming kwam, passeerde ik nog het dorpje Azofra, waar grote adelijke huizen, met wapenschilden getuigen van een welvarender verleden. Ik zag er op de kerktoren een ooievaarsnest met jongen, die zich niets aantrokken van de pelgrims die voorbij liepen. Azofra is altijd een plaats geweest met een grote Jacobustraditie en die traditie is alleen maar toegenomen, nu er een nieuwe gemeentelijke herberg is. 

Na een lang stuk door de eenzaamheid, zoals ik eerder al had geschreven, kwam ik aan in Cirueña, een oerlelijk modern dorp met golfterrein die het Caminogevoel voor even verstoorde. Toch bleef ik er in een pelgrimsherberg overnachten, omdat het toch weer ruim boven de dertig kilometers waren vandaag. Met de herberg zelf was niets mis mee, er was plaats voor 16 personen. 

Nadat ik me had geïnstalleerd en mijn wasje had gedaan ben ik even gaan slapen, ik was de eerste en nog de enige op mijn kamer. Buiten werd het steeds donkerder en de voorspellingen kwamen uit, het begon te onweren en een hevige regen- en hagelbui zorgde ervoor dat mijn wasje niet droog werd. Gelukkig had deze herberg een wasdroger, dus alles weer tijdig droog voor morgen.

Toen ik na twee uurtjes wakker werd zag ik dat de kamer helemaal bezet was. Er was plaats voor acht personen (vier stapelbedden), en ik deelde de slaapkamer met een Italiaan, Koreaan, Fransman, twee Tsjechen en twee Nederlanders, Robert waarmee ik al twee weken op pad ben en Pieter, die ik nog niet eerder had ontmoet. De bouwstijl en interieur van de herberg leken een beetje op die Duitse “Zimmerfrei”-hostels, met een grote gezamenlijke eetkamer waar we met 12 personen de avondmaaltijd hadden genuttigd. 

Voor morgenvroeg heb ik me ook ingeschreven voor het ontbijt en omdat dit pas vanaf half zeven kan worden genoten, heb ik mezelf meteen een uur langere slaapstand gegund. Nu nog kijken of ik de wandelafstand ook ruim onder de dertig kilometer kan houden, maar dat zullen we morgen gaan zien. Kwart voor negen lag ik op bed om proberen voldoende rust te nemen. Morgen probeer ik in Belorado te stoppen, dat is ongeveer 28 kilometer verder.

10 Reacties

  1. Markie mark:
    13 juli 2018
    Echt heel knap Orne! Het blijft leuk om je blog je te lezen. Luister goed naar je eigen lichaam en las op tijd een rustdag in.
  2. Jan van Hees:
    13 juli 2018
    Jacobus loopt niet weg dus op tijd ho houden. Op WeerRadar, zoiets als Buienradar, zijn de regenbuien in Noord Spanje goed te zien. Hopelijk houdt u het morgen droog.
    Buen camino
  3. Johan Temmerman:
    13 juli 2018
    Ja Orné, je gaat vooruit...je gaat verbazend goed vooruit. Al een paar dagen telkens meer dan 30 km. Dat kruipt toch in de kleren man. Morgen weer bijna dertig. Het lijkt wel of je gehaast bent. Maar ja...jij doet het wel en jij voelt best aan wat je kan en niet kan. Daar kunnen wij al buitenstaanders niet over oordelen hé. Zorg er wel voor dat je niet "de man met de hamer tegenkomt"! Vandaag blijkbaar geluk gehad met de onweersbuien. Hopelijk morgen ook. En inderdaad...Buen camino.
  4. Jo:
    13 juli 2018
    Hoi orney
    Je verhalen zijn erg mooi om te lezen en je kan in gedachten ongeveer zien wat je mee
    Maakt en ziet
    Je doet t goed
    Groetjes jo v d biggelaar
  5. Elza:
    13 juli 2018
    Ik heb respect voor je Orne. Je doet het goed en ik geniet niet alleen van je historische verhalen maar ook van die leuke' spiegelende' zinnetjes tussendoor. Er wel eens aan gedacht je looptempo aan te passen zodat je je voeten wat ontlast ? Maar doe vooral wat goed voelt, je hoeft je niet te haasten toch ? Buen Camino pelgrim !
  6. Pauline:
    14 juli 2018
    Ongehaast. Je hebt een mooie slogan aan het begin van de camino opgeschreven. Lonkt het einddoel of is het omdat je zo makkelijk verre afstanden loopt? Festina lente?
  7. Anjo:
    14 juli 2018
    Gaat nog steeds goed Orne .Zolang je kan schrijven gaat het goed. lekker doorgaan. Veel succes vandaag.
  8. Truus van dooren:
    14 juli 2018
    qrne weer genoten van je mooi verhaal je doet het goed ik ben trots op jou nog bedankt
    voor je mooie kaart hou er de moed maar in groetjes moeder
  9. Robert Breen:
    16 juli 2018
    Still going strong Orry
  10. Riné:
    26 juli 2018
    Hey Orry, ik ben even aan het bijtrekken met het lezen. Ik lees dat je het nog steeds heel erg goed doet! Klasse!