Dag 21: van Sézanne naar Méry-sur-Seine (34,4 km)

19 mei 2018 - Méry-sur-Seine, Frankrijk

Zonnig, max. temp 21º

Vandaag  34,4 / Totaal 517 kilometer

Na een fijne nachtrust in een heerlijk bedje werd ik om zeven uur wakker. Toen ik de deur van mijn slaapkamer opende lag de huishond van het bejaardenhuis “Foyer Francoise de Sales Aviat” al weer kwispelend op me te wachten. Gisteravond was hij ook al niet bij me weg te slaan en bleef me alsmaar volgen, totdat ik doodmoe mijn kamer opzocht. Toen ik, na een sanitaire stop, mijn kamer weer binnen ging lag de cockerspaniël brutaal op mijn bed te wachten. De hond is van een, inmiddels overleden, bewoner geweest en is volledig in het tehuis ingeburgerd. Hij luisterde naar de toepasselijke naam Chien. 

Nadat ik had ontbeten en weer helemaal gereed was voor vertrek nam ik afscheid van moeder-overste, soeur Mathilde, die ik bedankte voor de warme ontvangst en bijzondere gastvrijheid. Met een knipoog liet ze me gaan en zei dat ik nog te jong was om de de rest van mijn leven in een bejaardentehuis te moeten wonen. Daar was ik het heel snel mee eens en na nog een knuffel aan Chien liep ik om half negen de buitenlucht in waar, net zoals de afgelopen dagen, het zonnetje weer aan de heldere hemel stond te stralen.     

Om weer op de route te geraken kwam ik toevallig langs een boulangerie, alwaar ik de lunch voor vanmiddag had veiliggesteld, nu kon ik met een gerust hart verder. Ik voelde met erg goed, de lange nachtrust en het heerlijke bed, waarvan het voeteind omhoog kon, hebben mijn lijf goedgedaan. Al snel was ik Sézanne uit en liep voor even weer tussen de wijngaarden, maar niet veel later alleen maar graanvelden, graan, graan, graan. Rogge tarwe en koren, zo ver het oog reikte tot aan de horizon alsmaar graan. Vroeger was dit een arme dunbevolkte streek die leefde van de schapenhouderij. Dit was de oorsprong van de textielindustrie in deze regio. Maar door de betere natuurlijke mest en de kunstmest is het een van de grootste landbouwgebieden en de graanschuur van Frankrijk geworden. 

Langs de korenvelden stonden veel korenbloemen en mijn gedachten gingen daarbij naar vroeger, toen er bij ons thuis voor de deur ook nog korenvelden stonden. De blauwe en roze korenbloemen herinneren me aan een fijne jeugd die ik gehad heb en nooit zal vergeten. Via de dorpjes Vindey en Saudoy kwam ik bij een oude spoorlijn die ik volgde tot aan Anglure, zo’n zeventien kilometer verderop. In de bossages waarmee de spoorlijn is overwoekerd zag ik een klein vogeltje wat telkens als ik dichterbij kwam een stukje vooruit vloog. Het bleef wel zo’n honderd meter met me meevliegen. Ik kende de vogelsoort niet dus dan maar even kijken in mijn vogelapp. Het bleek een gekraagde roodstaart te zijn, een vogel die steeds vaker weer te zien is in Nederland. 

Via de spoorlijn passeerde ik Barbonne-Fayal, waar één van de eerste commanderijen van de Tempeliers stond op de plaats van de Mairie. Ook de plaatsjes met de mooie namen  St-Quintain-le-Verger, Allemanche-Launay-et-Soyer Anglure, Bagneux en Clesles deed ik aan. Over Clesles weet ik nog te vertellen dat tijdens een van de kruistochten een graaf van Anglure naar het Heilige Land vertrok om er te vechten, echter daarbij werd hij gevangen genomen door de sultan Saladin. Hij mocht later vrijkomen onder drie voorwaarden:

1: Hij moet de naam Saladin toevoegen aan zijn eigen naam, er zijn nu nog steeds Fransen die de naam “Saladin d’Anglure” voeren;

2: Hij moet een halve maan in zijn wapenschild voeren, deze is nog steeds in het wapen van Anglure aanwezig;

3: Hij moet een moskee ter ere van Mohammed bouwen, wat het vreemde bijgebouw aan de kerk van Clesles verklaart.

Inmiddels was ik in het departement Aube terecht gekomen en al van verre zag ik Anglure liggen. De graansilo’s torenen hoog boven het plaatsje uit. Het moet ook ergens bij Anglure geweest zijn, daar waar ik de rivier l’Aube overstak, dat ik de 500km ben gepasseerd. Ongeveer éénvijfde van mijn wandeltocht zit er inmiddels op, maar nog een hele tijd voor de boeg.

Bij Clesles arriveerde ik bij het “canal de la Haute Seine”, dat ik bleef volgen tot ik in Méry-sur-Seine, mijn eindbestemming voor vandaag aankwam. Het kanaal is in 1846 in gebruik genomen en heeft prachtige kunstwerken zoals sluizen met puntdeuren en aquaducten. Nu wordt het niet meer gebruikt, het is niet al te diep en ligt helemaal vol met gele waterlelies. Waarschijnlijk zit er heel veel vis in dit kanaal, want ik heb over een afstand van vijf kilometer zeker vijftig vissers hun hengeltje uit zien werpen.

Na een lange tocht kwam ik aan bij mijn volgende slaapplaats, de broeders van de Marianisten, die een vertakte katholieke kloostergemeenschap zijn. Vier oudere heren wonen samen in een groot huis. Toen ik er aankwam was alleen frère Jean in de tuin aan het werk. Nadat we elkaar de hand hadden geschud liet hij me eerst al zijn pronkstukken in de moestuin zien, zoals aardbeien, rabarber, tomaten, komkommer en courgette. Alles met zorg geteeld, hij bleef er maar over doorpraten, geweldig. Eigenlijk wilde ik niets liever dan mijn rugzak afdoen en rust nemen, ik snakte naar een frisse douche, maar heb toch effe tijd genomen voor een leuke babbel. De rugzak ging af en even later zaten we samen aan tafel met een lekkere pint te kletsen over de plantjes in zijn tuin de natuur en mijn tocht. Frère Jean (een Duitser al zou de naam anders vermoeden) nodigde me uit voor een mis, waar ik uit respect en dankbaarheid voor de gastvrijheid weer aan deelgenomen heb. Er was nog wel tijd voor een douche en het dagelijkse wasje, zodat ik morgen hopelijk de kleding weer tijdig droog zal hebben. De mis werd in Planck-l’Abbaye, een plaatsje tien kilometer verderop, gehouden, waar we samen naar toe zijn gereden. De pastoor was een Togolees en gaf met zijn charisma een speciaal tintje aan de mis. Er zaten opvallend veel jongeren de dienst bij te wonen, iets wat je in Nederland in de katholieke kerk niet zo vaak meer ziet. Na de mis reden we weer terug naar het parochiecentrum, om gezamenlijk het avondeten te nuttigen, waarna het weer tijd was om me ten ruste te leggen.

7 Reacties

  1. Anjo:
    20 mei 2018
    Veel plezier vandaag. 1e Pinksterdag.
  2. Truus van dooren:
    20 mei 2018
    hallo orne weer met goeie moed vertrokken vanmorgen fijn dat je goeie plaatse vind voor snachts dan kun weer met goeie moed
    verder en bedankt voor je mooie kaart uit reims groetjes moeder
  3. Marian:
    20 mei 2018
    He Orne,De korenvelden,De korenbloemen,t busseltje waar nu jullie mam woont ,waar wij vroeger met héél de buurt te vinden waren.het voetbalterreintje.
    We hadden allemaal oude kleren voor als we uit school kwamen,En daar gingen spelen,Nostalgie van de bovenste plank.
    Mooie herinneringen,pakken ze ons nooit meer af.
    Groeten en loop ze weer,geniet van al het moois dat je tegenkomt
  4. Kim:
    20 mei 2018
    Jaloersmakend. Volgens mij geniet jij je suf. En wij genieten mee, zij het vanaf afstand. Veel succes en plezier!
  5. Robert Breen:
    20 mei 2018
    Ik leer een hele andere Orne kennen. Leuk man. Fijne Pinksteren. Groet Rob
  6. Joyce:
    20 mei 2018
    Wooowwww de eerste 500km zitten er al op.... wat gaat dat snel zeg! Geniet van alles wat er op je pad komt!
  7. Maria Franssen:
    20 mei 2018
    Je maakt vele km's per dag en lijkt toch ontspannen. Ook de beschrijvingen van de natuur en historie vind ik wel mooi. Buen Camino