Dag 22: van Méry-sur-Seine naar Troyes (36,4 km)
20 mei 2018 - Troyes, Frankrijk
Zonnig, max. temp 23º
Vandaag 36,4 / Totaal 553,4 kilometer
Gisteren had frère Jean al aangegeven dat ze op zondag iets later aanvangen met de Lauden, acht uur, waarna ze gezamenlijk ontbijten. Dit zou betekenen dat we rond kwart voor negen zouden ontbijt en ik op z’n vroegst rond half tien op pad kon gaan. Toen ik voorstelde of het mogelijk was dat ik het ontbijt voor de Lauden kon nuttigen, vond Jean dat een goed idee en we spraken zeven uur af voor het ontbijt. Toen ik vanochtend om zeven uur, samen met frère Jean, aan de ontbijttafel schoof en mijn gepakte rugzak en wandelschoenen al klaar had staan bij de buitendeur, zag ik dat er deze keer voor vier man de tafel was gedekt. Even later kwamen twee Franstalige frères, André en Andreas, ook aan de ontbijttafel zitten. Frère Jean zei dat het net zo makkelijk is om samen het ontbijt te nuttigen, dan hebben ze na de Lauden extra tijd om van deze mooie 1e pinksterdag te kunnen genieten. De twee André’s waren gisterenavond laat teruggekomen van een conferentie in Dijon, ik had ze nog niet eerder gezien. Na een korte kennismaking ging het gesprek al gauw over pelgrimeren en dat dit fenomeen weer een beetje in de lift zit. Het lijkt wel of dat er steeds meer mensen zijn die op deze manier willen onthaasten. Gedurende het ontbijt bleek ook dat Jean eigenlijk helemaal niet zo heet. Hij heet Johan Wolf, is ingetreden bij de Marianisten in 1949 en na eerst enkele jaren in Zuid Frankrijk te hebben verbleven woont hij al weer vele jaren in Méry-sur-Seine. Gisteren vond ik het al vreemd dat een Duitser Jean heette, maar dit verklaarde een heleboel.
Het werd langzaam tijd om weer te gaan, maar niet eerder dan dat ik mijn gegevens in het boekje van de frères had geschreven. Toen ik even door het boekje bladerden zag ik dat er opvallend veel Nederlandse pelgrims in het schrift stonden vermeld. Ik was de 33e pelgrim van dit jaar. Om kwart voor acht ging ik op pad, nadat ik van de frères afscheid had genomen. Via de Boulangerie zat ik al binnen vijf minuten op de route waarover ik het vandaag heel erg kort kan houden. Zo kwam ik nog langs het marktplein van Méry-sur-Seine, waar men al druk bezig was de rommelmarkt te installeren, de maandelijkse “Vide-Greniers”.
Hoogteverschil heb ik niet gehad vandaag, het parcours was net zo plat als een dubbeltje. Het leek net Nederland, een tiental sluizen maakte dat het heel lichtjes omhoog liep, maar dit was niet noemenswaardig. Het hele traject liep vandaag namelijk langs het “canal de la Haute Seine”. Aan de linkerkant van het kanaal was een jaagpad met hoog gras en aan de rechterkant een fietspad. Gezien de schaduw koos ik eerst voor het jaagpad, waar ook de route op was gebaseerd, maar omdat het gras wel erg nat was besloot ik bij het eerstvolgende bruggetje het kanaal via het fietspad verder te blijven volgen. Zo verliep bijna mijn hele tocht vandaag.
Zoals bij ons op de zondagmorgen veel wielrenners en hardlopers op pad gaan, was dit hier ook het geval. Veel zestigplussers op van die jaren 70 fietsen, met een stuk stokbrood op de rug, maakten er een gezellig uitje van. Niks geen carbon-fietsen van de meest moderne merken, nee gewoon Peugeot- en Gitanefietsen zonder weggewerkte remkabels, ze hadden op de “Vide Greniers” niet misstaan. Het viel me wel op dat ik veel fietsers twee keer tegen kwam, heen en weer, wat ik overigens wel kan begrijpen. Fietspaden zijn er in Frankrijk nog niet zo veel en om op de Franse wegen te fietsen moet je toch een beetje lef hebben, de auto’s rijden er soms nog als zotten. De route langs het kanaal daarentegen is lekker ontspannend en heen en weer is het toch een afstand van 88 kilometer, een leuk toertochtje.
Had ik gisteren al verteld dat er veel vissers langs de kant zaten met hun hengeltje. Vandaag was dat niet anders, er was zelfs een visser bij die druk doende was om drie hengels in de gaten te houden.
Na zo’n elf kilometer kwam ik het eerste bankje tegen en besloot toch maar even te gaan zitten, want wie weet hoe ver het nog is naar het volgende bankje. Qua dieren en vogels ook niet echt veel bijzonders vandaag, zelfs niet het vertrouwde kleinwild wat dagelijkse kost begon te worden. Alleen enkele zwanen, eenden, een blauwe reiger, meerkoeten en kikkers, veel kikkers. Verder lag op het fietspad een doodgereden muisje en een mol en toen wat later in de ochtend de zon de temperatuur van het wegdek had opgewarmd zag ik voor het eerst de hagedissen voor me weg schieten.
Zo passeerde ik de dorpjes Droupt-Sainte-Marie, Vallant-Saint-Georges, Saint-Mesmin, Savières
Payns en Saint-Lyé. In Payns bezocht ik nog het Tempeliersmuseum, waar op een indrukwekkende wijze het ontstaan en de dramatische ondergang van de “Militia Christi” werd verbeeld. Over Saint-Lyé is nog te melden dat daar in 1315 Koning Lodewijk X is getrouwd met Clemetina van Hongarije.
En toen kwam ik bij Barberey-Saint-Sulpice, waar ik het op onverklaarbare wijze heb gepresteerd om lopende langs een kanaal toch verkeerd te gaan. De bewegwijzering kwam niet meer overeen met de routebeschrijving waardoor ik ging twijfelen. Ik liep nog steeds over het fietspad richting Troyes, zoals de bewegwijzering ook aangaf, maar besloot toch om terug te lopen en de routebeschrijving te blijven volgen. Later bleek dat ik daardoor onnodig een kilometer of vijf extra heb afgelegd.
Zo liep ik Troyes binnen, een niet zo bijzondere stad dacht ik eerst nog. Totdat ik in het oude centrum terecht kwam en daar van die markante vakwerkhuizen zag staan, wat mooi. In de kathedraal heb ik er een stempel gekregen en zal er morgen, 2e pinksterdag, nog eens naar teruggaan. Dan zal ik ook eens goed deze stad gaan bezichtigen, want hier zal ik een extra dag vertoeven.
Eerder heb ik al gesproken over het regelen van slaapplaatsen en dat dit logischerwijze van invloed is op de af te leggen afstand. Voor morgenavond was het vinden van een slaapplaats een probleem, er zijn er te weinig in verhouding met de pelgrims die onderweg schijnen te zijn. Telkens als ik een adres belde kreeg ik als antwoord “complet”. Zo af en toe kom ik wel andere pelgrims tegen, maar echt veel is dat nog niet het geval geweest. Twaalf stuks in het totaal en de meesten lopen enkele dagen voor of achter me, dus ik ben benieuwd waar die andere pelgrims zijn. Door het nemen van een rustdag heb ik in ieder geval wel een slaapplaats kunnen vinden. Alleen de afstand die ik zal moeten overbruggen is hierdoor wel erg groot geworden, maar dat zien we dan wel weer, voorlopig ben ik weer onder de pannen. Morgen even wat meer tijd om te genieten van het mooie Troyes. De kaas “Chaorce” zal er ik zeker proeven maar of ik de worst “Andouillette” ook zal gaan proberen moet ik nog even bezien, gezien de verschillende reacties die ik daarop ontvangen heb. Maar als ik het niet probeer zal ik het nooit weten ............
Geweldig dat je op veel plaatsen zo hartelijk wordt ontvangen; het kan dus nog wel!
Hopelijk blijven de weergoden je ook goed gezind!
Blijven stappen jongen!
Mocht je tijd hebben dan kan ik je de herberg van Ingeborg Crum (weerwoord.com) aanraden. Het is van deze route af, maar vanaf haar kun je de via de andere route richting Vezelay lopen. Ik vond het heerlijk om na een maand weer even in het Nederlands ontvangen te worden.
Hoe je ook gaat, ik wens je een erg mooi vervolg van je tocht.
Groetjes Erwin & Annemieke