Dag 34: van Augy-sur-Aubois naar Ainay-le-Château (20,7 km)

2 juni 2018 - Ainay-le-Château, Frankrijk

Zonnig, max. temp 26º

Vandaag 20,7 / Totaal 859,8 kilometer

Bij het avondrood van de ondergaande zon die de gezellige sfeer van gisteravond een extra tintje had gegeven, kwam ik vanmorgen na een frisse nacht weer als herboren uit mijn mandje. De goede zorgen van de gastheren en -dames hebben mij zichtbaar goed gedaan. Maar ja, ik had het ook nog niet eerder meegemaakt; Ik was de enige pelgrim en door de aflossing van de wacht had ik vijf mensen die me in de watten wilden leggen. 

Na een lekker ontbijtje, met een vers eitje van een van de scharrelkippen van Nos Repos, schreef ik nog even iets in het gastenboek, waarna ik om kwart over negen weer vertrok. Maar natuurlijk niet eerder dan van iedereen afscheid te hebben genomen en te bedanken voor de geweldig goede zorgen die ik er heb mogen ontvangen. De keuze om vanaf Nevers deze route te nemen is zeker de moeite waard geweest. 

Omdat ik vandaag een kortere etappe voor de boeg had besloot ik om het eens echt rustig aan te gaan doen. Ik kon pas na vier uur vanmiddag op mijn nieuwe onderkomen terecht en met zo’n twintig kilometer voor de boeg had ik tijd genoeg. Zo liep ik lekker ontspannen tussen de weilanden door Augy uit. Het was nog een beetje mistig, maar omdat de zon al krachtig scheen, trok dat erg snel weg. Het gebied is erg dun bevolkt met zo her en der een klein gehuchtje. Onderweg kwam ik vandaag dan ook helemaal niemand tegen, geen wandelaars, geen fietsers alleen een enkele visser aan de waterkant. Het viel me ook op dat er maar af en toe koeien in de wei stonden, voor het overgrote deel stonden de weilanden leeg, waardoor het gras tot een meter hoogte reikte. Vanmorgen was me nog verteld dat er veel vossen in dit gebied zitten, ik speurde er wel de uitwerpselen van, maar omdat ik waarschijnlijk wat laat vertrok heb ik Reintje zelf niet gezien.

De zon scheen vandaag weer eens de gehele dag en ik voelde het meteen. Het lekkere koele wandelweer van de afgelopen dagen was veranderd, het was de hele dag heet. Na ongeveer vier kilometer kwam ik weer bij het “Canal du Berry” uit, dat ik over een afstand van ongeveer tien kilometer moest volgen. In verband met de schaduw liep ik over het linker jaagpad, maar achteraf gezien was het beter geweest als ik de rechteroever had gekozen. Een barricade van een geparkeerde bulldozer en een graafmachine maakte de doorgang bijna onmogelijk, maar met het nodige geklungel wist ik er toch over/onder/door te kruipen. Het nam wel de nodige tijd in beslag en ook de rugzak moest af, maar het scheelde wel een twee kilometer teruglopen.

Zo lopende langs het kanaal, waar overigens niet meer op gevaren wordt, genoot ik van de rust en natuurschoon en al luisterend naar het gefluit van de vogeltjes slenterde ik vooruit. Even terug had ik het monumentale “Château de Lienesse” gepasseerd en bijna was ik bij het eerste sluiswachters-huisje aangekomen toen het gebeurde .............. ik had het eerder al van andere pelgrims vernomen, maar zelf had ik tot vandaag nog niet eerder de wielewaal gehoord of althans zijn geluid niet onderkend. Maar op een gegeven moment hoorde ik ook de karakteristieke deun “duuudeljo”. Ik bleef stil staan en luisterde naar het prachtige geluid van deze zangvogel en tegelijkertijd zocht ik de lucht af in de hoop de vogel zelf ook te zien. Ik had geluk, want na een poosje vlogen uit de toppen van een groepje populieren twee knalgele vogels, met zwarte vleugels en staart gevolgd door een die iets groener van kleur leek. Ze gingen even verderop uit mijn zicht in de bomen zitten. Ik voelde me de koning te rijk deze vogels te hebben gezien. Ik pakte mijn telefoon, zette de vogelapp aan en produceerde daarmee het geluid van de wielewaal in de hoop ze te lokken, zodat ik ze nog eens kon zien. Ze bleven wel in de buurt zitten want ik hoorde ze veel fluiten, maar ze lieten zich niet meer zien.

Toen ik, na anderhalf uur wandelen, bij één van de sluiswachters-huisjes voorbij liep, vond ik het tijd voor een rustpauze. Ik was al enige tijd op zoek naar een zitplaatsje, maar kwam nergens een bankje of zoiets tegen. Toen ik bij een van die huisjes een schaduwrijk terrasje aan de waterkant zag, dacht ik er maar eens aan te kloppen, met de vraag of ik er even mocht rusten. Waarschijnlijk was er niemand thuis, want nadat ik diverse keren gebeld had en rondom het huisje had gelopen en geroepen, bleef het akelig stil. Ik maakte van de situatie gebruik door toch maar te gaan zitten, ik deed er immers geen kwaad mee, en gezeten op een tuinstoel gunde ik mijn benen even wat rust. Na een kwartiertje kwam de vrouw des huizes aanrijden en die was “not amused” mij daar zo te zien zitten. Ze begon druk in het Frans te ratelen en te gebaren en het kwam er volgens mij in het kort op neer dat ik op privéterrein zat en dat ze daar niet van gediend was, tenminste zo had ik het begrepen. Ik heb in mijn beste Frans proberen uit te leggen, dat ik op pelgrimstocht ben, even wilde rusten en omdat er niemand thuis was toch maar ben gaan zitten, waarna ik mijn welgemeende verontschuldigingen had aangeboden. Toen ik vervolgens mijn rugzak pakte en haar nogmaals mijn verontschuldigingen aanbood, overhandigde ik haar een souveniertje uit Nederland voor het ongemak, waarna ik weg wilde lopen. Kennellijk verrast door dit gebaar, bood ze me alsnog een kopje koffie aan en haar humeur veranderde als een blad aan een boom. Even later zaten we samen op het terras aan een lekkere koffie te kletsen over het leven als pelgrim.  Wat een klein presentje toch wonderen kan doen. Na dit lekkere bakkie stapte ik weer op en volgde verder het jaagpad totdat ik bij Vernais linksaf de bewegwijzerde geasfalteerde weg op liep die me naar Ainay-le-Château bracht, de geboorteplaats van ‘champion cycliste Paul Guignard’. Onderweg passeerde ik nog een motorcross terrein, waar de rust, die ik de gehele dag heb mogen ondervinden, wreed werd verstoord.

Het was nog geen drie uur toen ik het dorpje binnenliep, maar ik kon bij de herberg nog niet terecht. Nadat ik even het oude centrum had bekeken ben ik bij de lokale “PMU-Bar-Tabac-Presse” naar binnen gegaan en heb er wat gedronken. Veel lokale bezoekers zaten er te gokken op paardenraces die via de TV werden uitgezonden. Er kon zelfs actueel gegokt worden en voor bepaalde races stonden de mensen te dringen voor de kassa om nog een gokje te wagen op de race die komen ging. 

Inmiddels was het vier uur geweest en dat betekende dat ik in de pelgrimsherberg welkom zou zijn. Ik werd er ontvangen door Bernard, de voorzitter van "Les Amis et Pèlerins de St Jaques de la Voie de Vézelay”, zeg maar het regionale Franse Compostela-genootschap. Als welkomstdrankje werd mij een lekker koel pilsje aangeboden en na een korte rondleiding kon ik me installeren, douchen en mijn wasje doen. Ondertussen begon Bernard het avondeten voor te bereiden. Op mijn vraag of er vandaag nog meer pelgrims in de herberg zouden verblijven antwoordde Bernard dat dit niet zo was. De maand mei is voorbij en dan is het in Frankrijk altijd een rustige tijd voor pelgrims, zo zei hij.

Nadat we samen het lekkere avondeten hadden genuttigd ben ik vrij kort daarna naar bed gegaan. Het warme weer in combinatie met het geslenter van vandaag heeft me meer vermoeid dan ik vooraf had verwacht. Morgen maar weer gewoon doorstappen en mijn eigen tempo blijven lopen, dat gaat me nog het beste af.

5 Reacties

  1. Elza:
    2 juni 2018
    Toppie Orne. Je gaat natuurlijk straks wel een boek uitgeven met je Camino verhalen.
  2. Marian en Wim Brundel:
    2 juni 2018
    Orne leukzo als de mensen kunnen veranderen als zij iets krijgen. Koffie hebben wij ook gekregen net voor st. Aman Montron en daar hebben wij afscheid genomenvan Rene en zijn vrouw wij hebben drie overnachtingen bij hun gehad. Heel bijzonder. Veel succes morgen.
  3. Riné:
    3 juni 2018
    Hey Orry, kwam de (oude) ervaring van de hindernisbaan nog van pas bij die bulldozer en graafmachine? Haha! Je charme-offensief bij die vrouw heeft je verder ook weer geholpen. Mooi, want dan kun je ook weer met een lekker gevoel verder.
    Je gaat hartstikke goed, bijven stappen maar!
  4. Diana Engels:
    3 juni 2018
    Hoi Orné,

    Hier je oude bekenden van camping Le fief d'Anduze.
    Doordat we een mailtje kregen van Johan en Henriette uit Herentals en daar door Heidi op werd gereageerd weten we dat je inmiddels 5 weken onderweg bent naar Santiago de Compostella.

    Wat super dat je deze lange tocht durft, kunt en mag maken. Ik (Diana) ben je reislog op internet tegengekomen en heb in sneltreinvaart je verhalen tot gisteren gelezen en Lei gezegd dat hij ze zeker ook moet lezen.

    Wat kun jij boeiend en ontroerend vertellen wat je onderweg allemaal meemaakt en ziet. Nooit gedacht dat er zo'n verteller achter jou schuilgaat. Echt chapeau hoe je alles aanpakt en hoe je met de iets mindere dagen/situaties omgaat.

    Wij blijven je reislog volgen en lopen in gedachten met je mee. Bon voyage.

    Veel liefs van Diana en Lei uit Kerkrade
  5. Robert Breen:
    3 juni 2018
    He Orry, ouwe charmeur... 👍👟. Klompjes zeker haha