Dag 37: van La-Petit-Preugne naar La-Châtre (27,6 km)

5 juni 2018 - La Châtre, Frankrijk

Zwaar bewolkt , max. temp 20º

Vandaag 27,6 / Totaal 940 kilometer

Omdat ik gisteren de ramen van mijn slaapkamer helemaal open had laten staan werd ik vanmorgen al vroeg wakker. Om zes uur hoorde ik het heerlijke gefluit van merels, putters, sijsjes, lijsters, duiven en mussen en ik meende ook even het gezang van een fluiter te horen. Ik was de enige pelgrim die vannacht in het huis van Monique en Pierre had geslapen, waardoor ik de gehele bovenverdieping alleen voor mijzelf ter beschikking had. Mijn benen voelden nog een beetje vermoeid en stijf aan, maar na mijn dagelijkse rekoefeningen ging het al weer een beetje beter. Buiten was het mistig en ik zag dat het vannacht een beetje geregend had. Laat maar weer hopen dat dat vandaag overdag niet het geval zal zijn, al beloven de vooruitzichten niet veel goeds. De laatste week zijn de weersvoorspellingen nog iedere dag nagenoeg hetzelfde geweest, in de ochtend droog met regelmatig zon en later in de middag kans op regen.  Tot nu toe heb ik daar steeds geluk mee gehad, want ik heb het nog telkens droog kunnen houden en het is in ieder geval ideaal wandelweer geweest. Vandaag wordt het een iets ander verhaal, er is al vroeg in de middag regen voorspeld met onweer. Ik verwacht dan ook niet droog op mijn bestemming aan te komen vandaag, we gaan het zien je weet maar nooit. De bestemming van vandaag is La-Châtre, een dorp met een kleine vijfduizend inwoners en de hoofdplaats van Indre, alweer het achtste Franse departement waar ik tijdens mijn pelgrimage doorheen wandel.

Om acht uur had Monique, zoals afgesproken, voor mij een Frans ontbijtje klaar staan, met “une grand bol” koffie. Het was deze keer een bijzonder ontbijt, er stonden namelijk acht verschillende potten zelfgemaakte confituren, geopend en met een lepeltje erin, op tafel. Ik heb ze allemaal geproefd, van elk maar een beetje in verband met de suikers. De meest vreemde smaken zaten er tussen, zoals bananen- en tomatenjam, ik had ze nog nooit gegeten maar ze waren echt lekker. Pierre lag nog op één oor en van hem heb ik geen afscheid kunnen nemen. De praatgrage Monique, die een beetje Engels kent en het gesprek graag aan de gang wilde houden, praatte honderduit en zo vertelde ze over de vele pelgrims die ze al ontvangen had. Ze pakte er drie “Livre d’Or’s” bij en liet trots alle positieve dankbetuigingen zien die er in diverse talen in stonden geschreven, waarna ik mijn woordje van dank er daarna ook in heb geschreven. Tijdens het ontbijt zag ik in de woonkamer een schildersezel staan met enkele blanco doeken en vroeg wie hier in huis de schilder was. Monique zei dat dit haar hobby was en vertelde er weer uitvoerig over. Ze ging even weg en kwam daarna terug met enkele eigen werken. Ik vond ze prachtig om te zien, maar niet bij mij thuis aan de muur, daar hangen veel mooiere exemplaren van onze eigen Vincent van Gogh.

Kwart voor negen was het toen ik de deur uit liep en ook hier moest ik door de gastvrouw  op de foto gezet worden. Onder een diffuus grijs wolkendek zocht ik de route weer op, het was nog een klein wereldje, een beetje mistig en windstil. De eerste tien kilometer ben ik onderweg niemand tegengekomen, ondanks dat ik door het dorpje Siant-Jeanvrin wandelde. Het was onderweg weer heerlijk stil en alleen de geluiden van de natuur zorgden voor de muziek. Nog niet eerder heb ik het verteld maar op een gegeven moment liep ik weer eens tussen hoogspanningsmasten door en het gekletter van de stroomdraden was goed te horen. Bij het passeren van het gehucht “Sept Fonds” lag er opvallend veel slijk en mest op de weg. De boerenlucht overheerste er en ik kneep even in mijn arm om er zeker van te zijn of ik wel meer dan negenhonderd kilometer van huis ben. 

Zo liep ik na een anderhalf uur wandelen Châteaumeillant binnen. Vooraf was ik door Monique gewaarschuwd dat dit de enige plaats zou zijn waar ik vandaag een kopje koffie kon drinken en eventueel wat boodschappen zou kunnen doen, verderop was tot aan La-Châtre geen Boulangerie of cafeetje meer te vinden op de route. Met deze wetenschap in mijn achterhoofd probeerde ik een plaatselijk barretje op te zoeken, waar ik mijn inmiddels dagelijkse “petit cafe’’ kon drinken, maar dat viel niet mee. Alle cafeetjes waren op dinsdagochtend gesloten en het hotel wat wel open was wilde niet enkel een koffie serveren. Dan maar doorlopen en ergens een bankje opgezocht alwaar ik een stuk stokbrood, besmeerd met camembert, opat en er de koffie maar bij dacht. Het kan niet altijd meezitten. Even later liep ik de gehuchten “Champs des Noyers” en “Acre” den de meren “Étang d’Acre en Étang Merlin”, waarna ik het departement Cher achterliet en de komende dagen in Indre zal wandelen.

Toen het tijd was om de lunch te nuttigen en ik het dorpje “Néret” voorbij was kwam ik een picknickbankje tegen waar ik even ben gaan zitten. Terwijl ik zo mijn lunch aan het opeten was zag ik een visarend langzaam over vliegen. Deze grote roofvogel met een vleugelspanwijdte van meer dan anderhalve meter hing even later “biddend” in de lucht, waarschijnlijk zag hij een lekker visje in een van de vele meren die dit gebied rijk is zwemmen.

Met nog een kleine tien kilometer voor de boeg liep ik via de plaatsjes “Les-Brandes-du-Maury”, “La-Chaume-du-Lac”, ”La-Grimauderie” en “Fontenay” over de stille D68. Enkele van deze gehuchten bestonden uit maar twee huizen. Onderweg liep ik nog een echt  voor modelvliegtuigen gemaakt vliegveld voorbij, alwaar men met die toestelletjes de meest gewaagde capriolen aan het uithalen was. In de verte hoorde ik het onweer al naderen en de eerste regendruppels kwamen al naar beneden. Maar zoals zo vaak zette ook vandaag de regen niet echt door en bleef het bij een klein beetje miezer, waardoor ik via “Lacs” met een droog pak “La Châtre” bereikte. 

Tegen vijf uur arriveerde ik, erg vermoeid maar onder een stralend zonnetje, bij de pelgrimsherberg van La Chârtre en was er de enige pelgrim. Net toen ik me had geïnstalleerd en wilde gaan douchen ging het toch nog hard regenen, weer was ik net op tijd binnen vandaag. Na een half uur was de stortregen voorbij en ik wilde net wat gaan halen voor het avondeten, toen geheel onverwachts de Duitse pelgrim, Verena, als een verzopen kat de de herberg binnen kwam lopen. Ze had er voor gekozen om vandaag een langere etappe te lopen, in de hoop meer pelgrims te treffen, nou dat was gelukt al had ze er wel een nat pak aan overgehouden en ook de spullen in haar rugzak waren niet allemaal droog gebleven. Ik stelde maar meteen voor dat zij een warme douche kon nemen en ik voor ons beide boodschappen zou gaan halen, zodat we samen aan het avondeten konden beginnen. Aldus geschiedde en na een bord spaghetti met veel groente was ze weer flink opgekikkerd. 

De geluksbrengers die ik voorafgaande mijn pelgrimstocht gekregen heb doen hun naam echt eer aan. Het hartje van Heidi, het gelukspoppetje van Louise, de mini boeddha van Joyce en Wendy en de klompjes van Leonie, ze hangen allemaal aan mijn rugzak en waken er voor dat er niet al te veel tegenslagen op mijn pad komen. Tot op heden is dat ook nog steeds aardig gelukt, al is een regenbuitje nou niet echt een tegenslag. 

4 Reacties

  1. Pauline:
    6 juni 2018
    Fijn je weer te lezen, ik miste je al 😊.

    Het was een flinke afstand m bijna 30 kilometer zonder kopje koffie onderweg...

    La Châtre. George Sand en Chopin...
  2. Anjo:
    6 juni 2018
    Vandaag maar extra koffie Orne.
    Veel plezier vandaag. Gr uit Colmar.
  3. Fred de Wit:
    6 juni 2018
    Wat een mooie trip maak jij zeg. En zo gastvrij overal. Mega lief van je dat je eerst het "verzopen katje" Verena lekker laat opwarmen onder de douche. Maar zo ben jij!!! Je bent een topper hoor! 👍
  4. Jan van Hees:
    6 juni 2018
    Leuk te lezen dat je door Néret gewandeld bent. Daar is een kleine camping "Le Bonhomme " van Nederlanders met 'n gîte die ook regelmatig gebruikt wordt door Compostella-pelgrims. Goede wandeling vandaag.