Dag 45: van Saint-Leonard-de-Noblat naar Limoges (27,5 km)

14 juni 2018 - Limoges, Frankrijk

Bewolking met af en toe zon, max. temp 20º

Vandaag 27,5 / Totaal 1131,9 kilometer

Om half acht werd ik wakker in één van de mooiste pelgrimsherbergen waar ik tot nu toe geslapen heb. Alles is er gerenoveerd en de slaapkamers zien er voortreffelijk uit. Schone opgemaakte nieuwe bedden, een mooie doucheruimte en grote WC. De keuken is voorzien van alle gemakken op een afwasmachine na, maar dat zou wel heel erg luxe zijn. Pelgrims hebben voldoende aan de basiszaken en ook de TV die in de woonkamer staat hebben ze eigenlijk niet nodig. Ik heb hem in ieder geval niet aan gehad gisteren.

Na het ontbijt heb ik op mijn gemak de spullen ingepakt, de afwas nog even gedaan en wilde juist vertrekken toen Janine, de huishoudster binnen kwam. Ze was verbaasd dat ik nog binnen was, het was immers al negen uur geweest, waarna ze vertelde dat er wat problemen met een van de douches waren en de loodgieter dit zo meteen komt maken. Ik vertelde haar dat ik pas na 4 uur vanmiddag bij mijn nieuwe onderkomen terecht kon en daardoor niet al te vroeg wilde vertrekken.

Samen hebben we nog even een kopje koffie gedronken waarna ik om half tien toch echt vertrok. 

De route ging direct flink berg af tot aan de rivier “La-Vienne”, die ik vervolgens over een kleine afstand bleef volgen. Ook vandaag was het fantastisch wandelweer, bewolkt, lekker droog en niet te warm. Aan de oevers van deze snelstromende rivier zag ik spectaculaire vergezichten en enkele pittoreske huizen. Oude boogbruggen op verschillende niveaus, voor trein, auto en voetganger sierden het landschap en met een beetje fantasie liep je midden in een modelspoorbaan.

Na ongeveer een kilometer verliet ik de rivier en sloeg een met losse stenen bospad in, waarbij het direct even heel steil omhoog ging. Later verliep het bospad al glooiende over de toppen van de heuvels totdat ik in de buurt van Aureil op een D-weg kwam te lopen. Ik was onderweg, nadat ik St-Léonard-de-Noblat had verlaten, nog niets van de bewoonde wereld gepasseerd en daar in Aureil was het tijd voor een rustpauze. Ik dacht er wel iets te kunnen vinden om te pauzeren, maar dat lukte niet in een cafeetje of zoiets. Er was helemaal niks in dit plaatsje te koop, alleen stond er een broodautomaat van “La-petite-Boulange” waar je, net als bij een sigarettenautomaat, na geld inwerpen een brood eruit kunt halen. Met zo’n brood heb ik dan maar op een bankje nabij de kerk mijn rust en middageten genomen.

Toen ik later weer op weg was, ging de route wederom vrij snel door bossen. Ik genoot er van de fluitende vogels en van de ritselende bladeren van de wind, alleen in de verte hoorde ik het geluid van een snelweg, maar storen deed dit niet echt. Ik zag een torenvalk al biddend in de lucht die even later een duikvlucht maakte en met een veldmuisje als prooi weer weg vloog, naar een verderop staande weidepaal. Op eens hoorde ik kraaien krijsen en een honderd meter voor me zag ik twee van die kraaien duikvluchten maken. Toen ik goed keek zag ik dat deze kraaien naar een beestje wat op de grond zat vlogen. Het beestje kwam vervolgens over het pad mijn kant op en ik heb me even schuil gehouden in de hoop het diertje even goed te kunnen bekijken. Het bleek een boommarter te zijn, een diertje met een chocoladebruine huid en gele keelvlek. Toen hij mij zag bleef hij even stil rechtop staan, waarna hij zich omdraaide en met zijn lange volle staart de benen nam. Na een meter of vijfentwintig draaide het nog een keertje om, ging weer op zijn achterpootjes staan en toen hij zag dat ook ik in beweging was verdween het dier in het bos. Voor mij was dit de eerste keer dat ik een boommarter heb gezien.

In Feytiat, een van de voorstadjes van Limoges, heb ik bij een patisserie-chocolaterie alsnog mijn kopje  koffie kunnen drinken. Met zoveel lekkers binnen mijn bereik heb ik me niet in kunnen houden en een suikervrij gebakje genomen. Toen ik daarna weer verder ging zag ik vanaf de heuvels Limoges liggen, de stad die door Keizer Augustus rond het begin van de jaartelling werd gesticht als Augustoritum. De Romeinen bouwden er een stenen brug, een forum, meerdere thermen, een groot amfitheater, ondergrondse aquaducten en luxe woningen.

Begin vierde eeuw werd de stad verlaten door zijn eigen inwoners en onderging het plunderingen, maar in de tijd van de eerste bisschop van Limoges, Sint Martial, werd het weer een welvarende stad, er kwam een abdij in de negende eeuw en het inwonersaantal groeide weer. Limoges was in de middeleeuwen beroemd vanwege zijn email op koper. In de achttiende eeuw werd hier porseleinaarde ontdekt, en vanaf dat moment is Limoges bekend om zijn porselein. Nu is Limoges de hoofdstad van het departement de Haute-Vienne, het departement waar ik al weer drie dagen in loop.

Via parkjes en moestuinen liep ik de stad binnen en ik zocht direct de kathedraal van St Étienne op, een prachtig staaltje gotische bouwkunst. Bij de kathedraal werd ik ontvangen door Yannick, een vrijwilliger van het Franse pelgrimsgenootschap, die mij een rondleiding door de kathedraal gaf en een speciale stempel in mijn paspoort knalde. Heel gedreven vertelde hij over de geschiedenis van de kathedraal. De bouw van de kathedraal is  in de dertiende eeuw begonnen en men deed er destijds ongeveer vijftig jaar over. Pas aan het einde van de negentiende eeuw werd het schip verbonden met de toren. Het opvallendste in de kathedraal zou de graftombe van de voormalige bisschop Jean de Langeac moeten zijn met de indrukwekkende afbeeldingen van de apocalyps. Het was inderdaad prachtig maar het mooiste voor mij was toch wel het borstbeeld van de heilige Jacobus die in het voorportaal als pelgrim met een jakobsschelp staat afgebeeld en toeziet op alle bezoekers die het middenschip betreden. 

Terwijl Yannick een mooie stempel in mijn paspoort zette vroeg hij me of ik mijn gegevens in het pelgrimsschrift wilde zetten. Terwijl ik dat deed zag ik dat ik de eerste pelgrim was die vandaag de kathedraal heeft bezocht, het was inmiddels al bijna vijf uur in de middag. Ook zag ik dat er gisteren drie pelgrims hier waren geweest, dezelfde als die eergisteren in St-Léonard-de-Noblat waren. Ik weet dus dat er minimaal drie pelgrims, waaronder de Nederlandse Raymond, een dag voor me lopen. Maar of ik die nog zal inhalen is maar de vraag, voorlopig wil ik het rustig aan blijven doen, wat me overigens erg goed bevalt. Nadat ik de kathedraal goed bekeken had ging Yannick met me naar buiten om me de weg te wijzen naar mijn onderkomen voor vanavond. Het klooster van de Soeurs Franciscaines (zusters van Franciscanen) lag op een steenworp van de kathedraal en aldaar zal ik de nacht doorbrengen. Ik ben er weer de enige pelgrim en heb besloten om vandaag maar eens een keertje buiten de deur te gaan eten. De mooie binnenstad leent zich er speciaal voor. Op een druk bezocht terrasje nabij de kathedraal heb ik genoten van een lekkere maaltijd waarna ik weer vroeg op bed lag. Morgen wacht er immers weer een wandeldag

4 Reacties

  1. Anjo:
    15 juni 2018
    Gisteren de Stelvio beklommen de top is op 2758 m.
    Maar dat is niets vergeleken bij de afstand die jij loopt.
    Veel plezier . Gr.
  2. Monique Duitsers:
    15 juni 2018
    Orne, ik lees iedere dag je verhaal met plezier. Je kunt alles zo mooi verwoorden.
    Succes met je wandeltocht.
  3. Elza:
    15 juni 2018
    Mooie waarnemingen Orne. Fijn, dat je zo geniet van wat er op je weg komt. Bon Camino pelgrim !
  4. Robert Breen:
    17 juni 2018
    Niet alle martersoorten zijn vrienden Orry. Heb er een keertje eentje onder de motorkap gehad, die de rubberenslangen wel erg lekker vond.