Dag 65: van Ostabat naar Saint-Jean-Pied-de-Port (21,7 km)
5 juli 2018 - Saint-Jean-Pied-de-Port, Frankrijk
Regen, max. temp 22º
Vandaag 21,7 / Totaal 1657,5 kilometer
Om half zeven zaten wij, de vier pelgrimsvrienden Luc, Sjoerd, Robert en ik, al weer aan de ontbijttafel. Het resterende gezelschap lag nog op één oor, of was nog aan het opstarten. Nadat we allles weer in gereedheid hadden gebracht vertrokken we voor onze laatste etappe in Frankrijk. Saint-Jean-Pied-de-Port zal voor Robert en mij een tussenstop zijn, met een geplande rustdag, voor Luc en Sjoerd is het voorlopig hun eindbestemming. Volgend jaar willen ze hun voetreis naar Santiago de Compostella vanaf daar weer gaan voortzetten.
Nadat ik weer afscheid had genomen van de gastvrouw (de zingende gastheer lag nog op één oor) en van de overige pelgrims, die inmiddels ook aan het ontbijt zaten, vertrok ik weer in mijn uppie. Vannacht had het flink geregend, maar gelukkig was het nu droog, alhoewel de kleine landbouwweggetjes flink nat waren. Uit voorzorg had ik al wel vast de regenhoes over mijn rugzak getrokken en mijn regenjasje binnen handbereik weggestopt.
Na 4 kilometer liep ik het dorpje Lanceveau binnen, waar ik werd opgewacht door een erg agressieve Pyreneese berghond. Nou ben ik niet bang aangelegd wat honden betreft, maar ik was toch een beetje benauwd. Bewapend met mijn wandelstokken, in de aanslag, kon ik het agressieve beest nipt op voldoende afstand houden. De volgende keer neem ik toch zo’n Dazer mee, dat is een soort pieper die een dusdanige hoge toon geeft waarbij de honden vanzelf verdwijnen.
Net nadat ik Lanceveau uit liep begon het te regenen, eerst een beetje motregen en langzaam steeds harder. Even had ik geschuild, maar ik zag dat de lucht helemaal dicht was getrokken en het erg grijs was. Tot even voor mijn eindbestemming heb ik de regen moeten trotseren. Vandaag heb ik meer regen op mijn dak gekregen dan alle wandeluren van de afgelopen twee maanden bij elkaar. De laag hangende bewolking in deze bergen, belemmerde helaas mijn mooie vergezichten. Ik besloot na een kwartiertje om toch maar weer verder te lopen en voorzien van een regenjasje liep ik maar weer verder. Per slot van rekening had ik morgen een rustdag, dus alles zal dan wel weer droog kunnen worden. Zo passeerde ik de voormalige priorij van Utxiat, warvan de molen nog niet zo lang geleden is gerestaureerd en de waterscheiding van Gatzetaburu met een mooi stenen kruis uit de 18e eeuw. Ook kwam ik door erg mooie kleine bergdorpjes, die luisteren naar de fantastische Baskische namen als “Gamarthe”, “Mongelos”, “Lacarre” en “Bussunarits”. Maar door de weersomstandigheden heb ik er niet veel van kunnen zien. Wel jammer want het is hier een enorme mooie omgeving.
Na een 15 kilometer lopen kwam ik over de pashoogte en bereikte het punt waar de “Chemin de Piémont” vanuit “Saint-Just-Ibarra” bij de pelgrimsroutes aansluiting vindt. Weer meer kans om andere pelgrims tegen te komen. Ik passeerde onderweg trouwens een koffiestop, gewoon bij een boerderij. Aldaar was de overkapping ingericht als koffiekamer, waar de pelgrims een lekker bakkie konden drinken, met een stukje cake en eigen gemaakte kaas erbij. “Servez Vous” stond erbij en de kostprijs was “Donativo”. Dit betekend dus dat het gewoon zelfbediening is en je zelf bepaalt hoeveel je ervoor betaalt. Onderweg tijdens het lopen kwam ik niemand tegen, maar op de momenten zoals nu, bij deze rustpauze, zie je dat je niet alleen onderweg bent. De Fransman Michel en de Japanse Kimiko zag ik hier nog een keertje en ook kwamen later veel andere pelgrims aanlopen. Na weer even gebabbeld te hebben met elkaar en de plannen voor de komende dagen doorgenomen te hebben vervolgde ik weer mijn weg, nog steeds in de regen. Ik was inmiddels al nat tot op mijn huid, maar koud was het helemaal niet. Ik liep nog steeds in mijn korte broek en had onder mijn regenjasje alleen een T-shirtje aan.
Tijdens deze wandeletappe gebeurde er veel met mij, er ging van alles door mijn hoofd. Al die leuke momenten die ik in Frankrijk had gehad passeerden de revue, ik dacht weer aan al die leuke fijne mensen die ik had ontmoet en waarvan ik afscheid had moeten nemen. En de wetenschap dat ik inmiddels bijna heel Frankrijk had doorlopen gaf ook nog een extra impuls aan al mijn gevoelens. Ik voelde me aan de enkele kant trots en sterk dat ik dit al gedaan had, maar aan de andere kant voelde ik me tegelijk klein en nietig. Daarnaast besefte ik dat het een groot geschenk is dit te kunnen en mogen doen en dat dit helaas niet voor iedereen is weggelegd. Mijn gedachten gingen juist naar hen die nog zoveel dromen hadden en welke abrupt de grond in werden geboord. Ik dacht even aan mijn broer Wil en aan mijn vriend Jos, die nog zoveel dromen hadden, maar ze helaas niet meer hebben mogen waarmaken. Gesterkt door hun “aanwezigheid” maakte ik de laatste kilometers door het heuvellandschap, de regen verdween en de zon liet zich zo af en toe al weer een beetje zien. Zo liep ik via het plaatsje Saint-Jean-le-Vieux, langs het kerkje van “Sainte-Maria-Madeleine” (Maria Magdalena), waarna ik nog een halve kilometer langs het snelstromend beekje Laurhirbar wandelde. Met een stevige korte klim arriveerde ik in Saint-Jean-Pied-de-Port. Met Sjoerd, Luc en Robert had ik afgesproken dat we gezamenlijk dit stadje zouden binnen gaan lopen, dit als een soort van afsluiting van ons samenzijn, de afgelopen week. Morgen zullen we nog samen een rustdag hebben, maar ieder zal toch zijn eigen dingen gaan doen om weer helemaal voorbereid te zijn op het vervolg. Voor Sjoerd en Luc is dat de terugreis, die gaan voor nog wat souvenirs. En voor Robert en mij is dat het lopen van de “Camino Frances”, nog even naar Santiago de Compostela dus, waarvoor we de nodige zaakjes moeten regelen.
Zo kwam het dat we met ons vieren gezamenlijk aankwamen bij de toegangspoort van de stad, de “Porte Saint Jacques”, alwaar een groepsfoto onze afsluiting symboliseerde. Met nog een kleine 100 meter te gaan kwamen we aan bij onze pelgrimsherberg, alwaar we de komende twee dagen verblijven, “Beilari” is de naam ervan. Er tegenover is het informatiecentrum voor de Camino Frances gesitueerd, dus ver hoefde ik niet te zoeken.
Nadat we ons geïnstalleerd hadden ben ik nog even in het stadje geweest om wat te verkennen. Het avondeten bestond vandaag uit een vegetarische maaltijd, die werd voorafgegaan door een introductierondje, waarbij iedereen iets over zichzelf en zijn Camino moest vertellen. In deze herberg is plaats voor twintig personen en we sliepen er vannacht met achttien. Naast ons vieren waren dat nog enkele Belgen, drie andere Nederlanders, een Fransman en enkele Denen. Het was een leuke avond, waarbij om tien uur iedereen op bed lag om tot rust te komen, voor velen staat morgen namelijk de grote etappe op het programma. Voor mij komt de “Koninginnerit” een dagje later en de wetenschap dat ik nu een rustdag kan nemen is toch wel lekker. Mijn schoenen zijn dusdanig versleten dat er nieuwe zolen onder moeten, hopelijk lukt dat in één dag. Daarnaast wil ik wat overtollige spullen naar huis sturen, zodat de rugzak niet meer zo zwaar is. En verder zal ik de rustdag gaan gebruiken om lekker te rusten, op bed te liggen en niks te doen, behalve wat sociale contacten te onderhouden.
Ik heb erg veel reacties gekregen op mijn blog, via de mail of via de WhatsApp, die ik niet allemaal heb kunnen beantwoorden. Toch doen al die berichtjes mij enorm goed en ik ben blij dat er zoveel mensen aan mij denken en met mij meeleven. Maar neem het me asjeblieft niet kwalijk als ik niet op al die berichten gereageerd heb, want het zijn er zo veel. Maar nogmaals bedankt allemaal en tot in Spanje.
Tot binnenkort,
Groetjes,
je doet het super.......lekker even niks 😊
Wat zal je gezin trots zijn op jou !!!!
Gr. Tante Trees en Ome Louis
Morgen op standje ‘chill’, laat alles maar bezinken en túúrlijk kun je ook dat volgende stukkie!!!
Doe je de hele reis met een paar wandelschoenen?.
Geniet van het stuk in Spanje.