Dag 67: van Roncesvalles naar Larrasoaña (28,4 km)

8 juli 2018 - Larrasoana, Spanje

Regen, later zonnig, max. temp 28º

Vandaag 28,4 / Totaal 1711,5 kilometer

Of hij nu gelovig is of niet, wie hier in de pelgrimsherberg slaapt gaat s’avonds naar de pelgrimsmis in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Roncesvalles “Santa Maria de Roncesvalles”, wat ik gisteren dus ook heb gedaan. Het was een aangrijpende ervaring om het gezang van de kanunniken te horen weergalmen tussen de gotische bogen van de kerk, terwijl ik me realiseerde welk intens innerlijk avontuur mij als pelgrim nog te wachten staat. Aan het eind van de dienst ging ik samen met alle andere pelgrims naar voren tot bij het altaar om in het Nederlands te worden toegesproken. Iedereen werd in zijn eigen taal gezegend volgens een eeuwenoud ritueel. Vanmorgen, bij het krieken van de dag, begint voor veel pelgrims de grote reis, al ben ikzelf al ruim twee maanden onderweg. 

Het was nog geen vijf uur of de eerste pelgrims begonnen al te rommelen en vertrokken. Dat is wel erg vroeg en naarmate de tijd verstreek werd het levendiger. Om half zes gingen alle lichten aan en er was geen ontkomen aan, ik werd gewoon meegetrokken met de meute om ook op pad te gaan. Om kwart over zes stond ik buiten de herberg, maar net zoals veel anderen, had ik nog een ontbijt besteld wat pas om 7 uur geserveerd werd. Bij dit ontbijt viel het me op dat het een beetje karig was en toen ik een sneetje brood bijbestelde mocht ik er voor bijbetalen. Het was al half acht geweest toen ook ik op pad ging, het was gaan regenen en met de regenhoes over de rugzak liep ik de grote meute achterna. Meteen bij het vertrek zag ik al een gotisch kruis uit de veertiende eeuw, er zullen er nog veel volgen.

Het was meteen een van de mooiste etappes van de route door de bergen, die me leken te willen vertroetelen en moed in willen spreken zodat ik opgewekt de eenzaamheid en eentonigheid tegemoet kan treden die me nog te wachten zal staan als ik eenmaal beneden op de vlakte ben aangekomen. Maar dat duurt nog wel drie dagen. Ik liep er over kleine bospaden die schuil gaan onder een prachtig bladerdek en door alpenweiden vol schapen die me deden denken aan de Milka reclame. Ik liep er door typische Baskische dorpjes maar moest er toch erg aan wennen aan het feit dat er zo veel pelgrims onderweg zijn ik kreeg zelfs al een beetje heimwee naar de rust in Frankrijk. 

In Burguete kwam ik de eerste herenhuizen van Navarra tegen, wat echte vestingen zijn, die generaties teruggaan met grote rode kozijnen en in steen uitgehouwen adelijke familiewapens. Bij het typische Pyreneeëndorp Espinal viel de moderne kerk helemaal uit de toon van de overtuigd gebouwen. Op de “Alto de Mezkiritz” staat een gedenksteen die er aan herinnerd dat er hier een weesgegroetje gebeden moet worden voor “Onze-Lieve-Vrouw van Roncesvalles”. Bij het oversteken van de pas van Mezkiritz kreeg ik pas echt een beeld van hoe de vroegere middeleeuwse pelgrimsweg eruit moet hebben gezien. Een betoverend bos van beuken, berken, eiken en dennen vormen het toneel van een pad dat dezelfde bandieten beren en wolven lijkt te verbergen die de eerste pelgrims vroeger moesten trotseren.

In Biskarreta, nadat de regen ophield, nam ik mijn eerste rustpauze, maar net voordat ik dit dorp binnen liep, moest ik nog even de rivier “Rio Erro” oversteken, waar het water maar tien centimeter hoog stond. Nabij dit dorpje is het oude pelgrimspad veranderd in een cementen pad. Door de Europese gemeenschap is geld uitgegeven aan Spanje om de route te verfraaien, flink gesubsidieerd dus maar als de hele route naar Santiago in beton wordt gegoten wordt het wel een erg saaie route. De lokale bevolking is er hier echter wel blij mee, want nu hoeven ze niet meer over de snelweg te wandelen als het regent en de pelgrimsweg onbegaanbaar was. Ik heb er een nat pak aan overgehouden, omdat ik bij het oversteken van de “Rio Erro” onderuit gleed op het gladde betonnen pad. Gelukkig niets bezeerd en alleen maar een natte broek, die door de inmiddels schijnende zon smal droog werd.

Op de “Alto de Erro” werd ik meegevoerd naar vervlogen tijden, want in dit stukje Camino zijn veel eiken, berken, taxus, hulst en dennenbomen meer dan honderd jaar oud. In dit stukje bos zaten vroeger veel struikrovers en was het erg gevaarlijk. Daarom is de Erro zo bijzonder, geen enkel ander bos omhelst de Camino als hier en nergens kan de wandelaar zich onderdompelen in eenzelfde bomenweelde als waar zijn voorgangers eeuwen geleden liepen. Het pad was erg onregelmatig en steil, waardoor het vandaag een veel moeilijkere etappe werd dan gisteren, toen ik 18 kilometer bergop liep. Helemaal tot aan Zubiri liep ik over leistenen paadjes, die door de erosie erg glad waren en vol lagen met losse stenen.

In Zubiri nam ik een middagpauze en at er mijn lunch, lekker tapas in een cafeetje, om weer wat krachten op te doen. Het dorpje ziet er niet meer zo mooi uit, dit komt door de magnesiumfabriek die de hele sfeer en omgeving behoorlijk heeft verpest. 

Zo liep ik verder, terwijl het steeds warmer werd, tot ik het wel genoeg vond voor vandaag. Het was kwart voor twee toen ik weer een belangrijk dorp in de geschiedenis van de Camino in Navarra binnen liep; Larrasoaña, alwaar mijn eindbestemming voor vandaag gevonden had. Ik sliep er in een pelgrimsherberg waar ruimte was voor veertig pelgrims, die ruim voor de helft gevuld was. Er is dus nog hoop om zonder reserveringen de tocht te volbrengen.

Het dorp Larrasoaña had al in de elfde eeuw een pelgrimshospitium dat beheerd werd door Augustijner kanunniken en deed ook dienst als administratiekantoor van dat van Roncesvalles. In de twaalfde eeuw werd het een vrijhandelsgebied en handelaren en emigranten werden aangetrokken door de consessies en privileges die de koningen van Navarra aan deze nieuwe burchten verleenden. 

Ik was erg moe vandaag en heb in de middag enkele uurtjes geslapen en s’avonds na het gezonde pelgrimsmenu ben ik weer naar bed gegaan. Morgen vertrek ook ik om zes uur om de hitte voor te blijven, voor zover dat kan, zodat ik vroeg in de middag kan stoppen.

7 Reacties

  1. Anjo:
    9 juli 2018
    Goed rusten, lekker eten en morgen weer op tijd op pad.
  2. Jan van Hees:
    9 juli 2018
    Met grote belangstelling volg ik uw camino. Aan het einde van uw reis komt u ongetwijfeld met het een of andere hedendaagse vervoermiddel terug naar Reusel. Is u iets bekend wat de pelgrims in vroeger eeuwen deden als ze eenmaal in Santiago. de C / Finisterra gearriveerd waren? Liepen ze terug, bleven ze daar, verspreidden ze zich over Spanje ? Zeer benieuwd of u daarover iets weet. Buen camino voor de komende dagen.
  3. Truus van dooren:
    9 juli 2018
    orne weer een mooi verhaal vandaag de zeventienhonderd k,m.bereikt weer een mijlpaal het doet me goed dat het zo goed met je gaat en veel lieve mensen ontmoed hou zo vol dan kom je er wel groetjes moeder
  4. Maria Franssen:
    9 juli 2018
    Ik vind het bewonderenswaardig hoe je de Pyreneeen bent over gestoken en dat je zoveel van de omgeving weet en opmerkt. In Spanje plegrimeren vond ik echt anders dan in Frankrijk v.w. Het internationale karakter, de vrolijkheid en onbekommerdheid v.w. eten en drinken. In juli zal het met slaapplaatsen wel lastiger zijn. Ik geniet van je verhalen en krijg daardoor zin om volgend jaar nog maar een keer op pad te gaan. Een goede tocht morgen, Buen Camino.
  5. Ries:
    10 juli 2018
    blijft fantastisch je verhalen te lezen, gazo door en wederom SUCCES !!
  6. Carin luijten:
    10 juli 2018
    ola orne , muy bien oftewel heel mooi dat je er bent in spanje weer een doelpunt bereikt.
    knap van je dat je de pyreneeen al over bent , een hele prestatie. Nu nog spaans leren spreken ( hablar espagnol ) want dat is een stuk moeilijker te verstaan. Zet hem op je haalt het wel. Veel plezier , Buen camino.
  7. Robert Breen:
    11 juli 2018
    Bijzonder om een Alpenweide in de Pyreneeën tegen te komen. Geweldige tocht Orry