Dag 89: van Ferreiros naar Palas-De-Rei (34,7 km)

1 augustus 2018 - Palas De Rei, Spanje

Zonnig, max. temp 28º

Vandaag 34,7 / Totaal 2406,1 kilometer

Op een slaapkamer met zes stapelbedden werd ik om kwart voor zes wakker en na twintig minuten was ik al weer onderweg. Samen met Woitek, de Pool uit Chicago waarmee ik al weer een weekje samen mee oploop, had ik afgesproken dat we vandaag een dertig plusser zouden gaan lopen om de volgende dagen het wat rustiger aan te kunnen gaan doen. De temperatuur loopt hier de komende dagen namelijk op naar de 38 graden en dan willen we voor de middag al stoppen met wandelen.  Zoals altijd vertrekt Woitek een half uurtje later en onderweg ontmoeten we elkaar wel ergens waarna we samen verder lopen.

De laatste dagen loop ik al aan, zonder te ontbijten en bij de eerste gelegenheid die zich aandient, meestal na een uurtje, neem ik een rustpauze op een plaats waar ik kan ontbijten. Zo deed ik dat ook vandaag. Buiten was het nog donker en er waren nog niet zo veel pelgrims onderweg toen ik Ferreiros uitliep. Zoals des naam van dit plaatsje al zegt waren hier vroeger veel smederijen, die hun diensten aanboden aan de reizigers. Nu zijn deze allemaal weg en het dorpje heeft nu nog twee pelgrimsherbergen en een restaurant. Al vrij snel passeerde ik het kilometerplaatje 100KM. Jammergenoeg is deze mijlpaal steeds lelijker geworden door al het schilderwerk en graffiti wat er op gekliederd is. Maar dat neemt niet weg dat de af te leggen afstand tot Santiago nog maar uit twee getallen bestaat. Voor mij geeft dit een extra dimensie, de kilometers verdwijnen nu als sneeuw voor de zon en mijn voeten krijgen weer vleugels.

Vervolgens passeerde ik enkele kleine gehuchtjes en het dorpje Vilachá, wat wel iets groter is maar waar ook helemaal niets te verkrijgen is. Het was heerlijk zwerven over een labyrint van paden, wegen en corredoiras waar ik de weg kwijt zou raken als er geen gele pijlen zouden zijn geweest. Dit landschap wordt alleen ontluisterd voor de wandelaar. De reeks van dorpjes en gehuchtjes waar ik langs liep zijn puur bedrog, er is namelijk bijna nergens wat te krijgen. 

Zo manoeuvreerde ik over een erg moeilijke afdaling door rotsblokken en leistenen naar het dal van Miño. Aan de overkant zag ik Portomarín al liggen, maar dat was nog twee kilometer lopen. Tussen beide plaatsen (Vilachá en Portomarín) staat het klooster van Loio en de restanten van een kapel die op het klooster gebouwd is. daar hebben in het jaar 1170 twaalf ridders gezworen dat ze de pelgrims zouden beschermen tegen de Moren. Zo ontstond de orde van de ridders van Santiago die later zo belangrijk voor en verbonden zou zijn met de Camino.

Zo arriveerden we na twee uurtjes lopen (en een klein uurtje voor het ontbijt) tegen negen uur in Portomarín. De eerste blik op dit dorp is al genoeg om vast te stellen dat het totaal verschilt van de andere plaatsen. Het vroegere dorp is verdwenen onder het water van het stuwmeer en wat je vandaag de dag hier ziet werd in 1960 gebouwd om de inwoners van het ondergelopen dorpje nieuwe huisvesting te geven. In de Middeleeuwen was Portomarín een belangrijke pleisterplaats voor de pelgrims en ook vandaag de dag is de pelgrim hier niet weg te slaan. De vele pelgrimsherbergen zijn daar getuige van. Gelukkig is niet alles onder het water van de Miño verdwenen. De schitterende versterkte kerk van San Nicolás, gebouwd in de twaalfde eeuw, werd steen voor steen afgebroken en opnieuw opgebouwd op het centrale plein van het nieuwe plaatsje. Op veel bakstenen is de nummering nog goed te zien. Op het plein naast de kerk nam ik een rustpauze en Woitek was inmiddels bij me aangeschoven. Aldaar kwamen we in gesprek met een Nederlands stel op de fiets die een stukje Camino deden.

Toen ik daar zo op het terras alles goed aan het gadeslaan was werd ik toch wel een beetje droevig. Er waren opvallend veel pelgrims op de route, veel meer dan de afgelopen dagen. Natuurlijk heeft dit te maken met het feit dat de laatste 100 kilometer zijn aangebroken en dat de minimum afstand is om een Compostela te krijgen in Santiago. Zo zag ik de vele taxi’s, busjes voor rugzakkenvervoer en zelfs hele autobussen die pelgrims vervoeren. Ja precies zoals ik zeg, hordes mensen lopen een klein stukje van de Camino, halen er hun stempels, waarna ze weer in de bus stappen die ze enkele dorpjes verder brengt. daar stappen ze weer uit, halen er hun stempels en zo gaat dat alsmaar door. Dit heeft niks meer met pelgrimeren te maken, maar zoals ik al eerder vertelde, ieder doet de Camino op zijn eigen manier en dat is de beste manier.

Santiago is nu nog maar op een schelpworp afstand en Woitek en ik hadden net de knoop doorgehakt en besloten om na vandaag nog drie dagen te lopen. Van Fermin en Susi, de uitbaters van de pelgrimsherberg Casa Susi in Trabadelo, hadden we het nummer gekregen van een luxe hotel midden in de stad Santiago, tegenover de kathedraal, waar pelgrims speciaal onderdak kunnen krijgen. Daar hebben we maar meteen twee nachten geboekt tegen pelgrimsprijs. Dit betekent automatisch dat we het wel rustiger aan moeten gaan doen, vanaf morgen, maar gezien de weersverwachtingen al lang goed zo.

Na de pauze in Portomarín, liepen we samen over oude steenwegen en aangelegd voetpad naar Gonzar, een piepklein en langgerekt dorp, waar de oude school zelfs is omgetoverd tot een herberg. Even later liepen we het gehuchtje Castromaior binnen, alwaar ik de eerste grote eucalyptusboom zag staan. Het traject bleef evenwel nog steeds berg op en berg af gaan en met de steeds warmer wordende zon in onze nek was het toch ook vandaag weer een beetje afzien. Zo liepen we via de dorpjes Hospital-de-la-Cruz, Ventas-de-Narón en Ligonde naar Airexe. Het enige opmerkelijke aan deze plaatsjes is dat in Ligonde een begraafplaats voor pelgrims bewaard is gebleven. Voordat we daar arriveerden moesten we de col de Ligonde nog even bedwingen, een hele kluif nog met dit weer. We passeerden een eeuwenoude eik, die bijna even oud moest zijn als het kruisbeeld, het Cruceiro de Lameiros, een van de interessantste van de gehele pelgrimsroute. De vier kanten van de sokkel verwijzen naar de kruisweg of naar de dood (hamer, nagels, doornen, doodshoofd) terwijl op het kruis in een reliëf moederschap en leven worden afgebeeld, het kruis dateert uit 1670. 

In Airexe, wat kerk betekend in het Galicisch,  werden we warm onthaald door een donativo herberg die pelgrims ook voorziet van verfrissingen. Het bleken Argentijnse uitbaters te zijn, die me vertroetelden met een lekker warme chocomelk. Verrassend lekker was dit ondanks de hitte en het bleek ook nog erg goed ter zijn voor het herstel van de spieren. Nabij deze herberg stond een grote stokoude eik waarvan de stam vol hing met markeringen en bordjes die ons de weg wezen naar Campus Stellea. We hebben er lekker kunnen uitrusten en toen tijdens ons gesprek ter sprake kwam dat ik al vanuit Nederland onderweg was, moest ik op de wereldkaart met een naald markeren waar ik was vertrokken. Zo zal voor de rest van dit jaar Reusel hier op de wereldkaart een prominente plaats hebben.

Na deze pauze liepen we weer verder, ondertussen hadden we de 30 kilometer al gepasseerd en onze voeten waren mede door de hitte ook flink gezwollen. Het was inmiddels ook al drie uur geweest, maar door de vele langere pauzes was het nog wel te doen. Even dachten we dat we in Palas-de-Rei aankwamen, maar daar lag nog de col del Rosario op ons te wachten waar was nog eventjes overheen moesten klauteren. Boven op de top liepen we door Avenostre, weer en van die vele gehuchtjes die we vandaag op de route hadden. Tegen half vier kwamen we dan toch eindelijk aan in Palas-de-Rei, een plaats die ook het eindpunt was van de op één na langste etappes in de Codex, maar van dit pelgrimsverleden is niet veel meer over, ondanks dat het in de middeleeuwen zo’n belangrijke plaats was. Hier rustten de pelgrims uit om gezamenlijk het laatste stuk van de Camino te kunnen volbrengen. In dit plaatsje vonden we een plekje in een herberg, waar we ons weer ten goede hebben gedaan aan een heerlijke douche, een gezonde maaltijd en voldoende rust zodat we morgen weer vroeg uit de veren kunnen.

17 Reacties

  1. Anjo:
    1 augustus 2018
    Mooi Orne. Ook aan dit verhaal komt een einde. Succes morgen.
  2. Toos:
    1 augustus 2018
    Het einde komt in zicht........ Geeft toch misschien wel een dubbel gevoel. Wat zullen veel mensen trots op je zijn dat je zo'n gigantische prestatie kon volbrengen. Chapeau 😊
  3. Robert Breen:
    1 augustus 2018
    Ik hoor de weemoed bijna in je woorden doorklinken. Als ik je zo lees lijkt dat laatste stuk meer op een carnavalsoptocht dan op de camino..... gelukkig kan je dat relativeren. Ieder zijn ding.
  4. Philomeen Huybregts:
    1 augustus 2018
    Wat een knappe etappe weer. Nu de laatste dagen tegemoet. Ik wens je daarbij heel veel plezier en succes.
    Hopelijk heeft deze camino je gebracht wat je er in zocht. Ik denk misschien nog wel meer. Vast een superervaring. Geniet er nog van. Groetjes van Philomeen.
  5. Marion van der Heijden:
    1 augustus 2018
    En dan ben je er bijna.. Geniet van deze laatste kilometers. Wat een fantastische ervaring.
    Groeten van Thieu en Marion
  6. Heidi 😚:
    1 augustus 2018
    Ik snap dat het frustrerend is om te zien dat er "pelgrims" zijn die op een andere manier hun camino volbrengen dan de manier waarop jij en vele anderen het doen.
    Leg het naast je neer....wij weten dat je het geheel op eigen kracht en discipline doet. Petje af!! 👌🏼
    Nog eventjes en je bent op je eindbestemming. Geniet van je laatste wandeldagen want voor je het weet ben je weer thuis! XXX
  7. Marloes van Amelsfort:
    2 augustus 2018
    Wauw Orné,

    Ik heb een tijdje niet kunnen lezen ivm onze vakantie maar wat ben je als een speer gegaan! Zo knap!!
    Heel veel succes met de laatste kilometers...laat het maar goed tot je doorbrengen...jouw reis...de afstand...de vele mensen die je hebt ontmoet...geniet geniet van deze laatste kilometers!!
  8. Richard Kerkman:
    2 augustus 2018
    Petje af, chapeau, respect etc etc etc etc. Wat een enorme prestatie. Ik hoop dat het je gebracht heeft waar je naar op zoek was. Ik heb in ieder genoten van je dagelijkse pennevruchten. Geniet nog van de laatste dagen.
  9. Pauline:
    2 augustus 2018
    goed dat je het noemt, zoals sommige "pelgrims" hun camino doen: per busje. Laten we het er maar niet over hebben. Zoals jij het doet is de enige manier, denk ik. Hoop dat je lekker geslapen hebt na de lange pittige dag van gisteren met bergen en dalen in de warmte.
  10. Cor Zelf:
    2 augustus 2018
    Dat warme chocomelk goed is voor de kuiten is algemeen bekend.
    Ik drink het al jaren en heb nooit last van mijn kuiten.
    Zo leer je toch heel veel op zo'n tocht.
    Tip:
    V.w.b. het weer: het gaat boven de 40 oplopen daar, dus misschien is het beter om 's nachts te lopen en overdag te rusten.
    Have fun!!
  11. Tjeerd:
    2 augustus 2018
    Petje af moatje. Echt heel erg knap. Geniet van de laatste loodjes....
  12. Johan:
    2 augustus 2018
    Hij gaat lekker Or. Geniet van de laatste loodjes. 👍👍
  13. Joyce:
    2 augustus 2018
    Geniet van je laatste kilometers!!
  14. Hans:
    2 augustus 2018
    Hey Or, gaan jullie overnachten in Hospedaria Martin de Pinario in SdC? Perfecte plek! Geniet van de laatste kilometers en laat de "kermis" vooral langs je heen gaan!
  15. Riné:
    2 augustus 2018
    Hey Orry, jij loopt lekker met je eigen motivatie en daar draait het om! Nog maar een paar dagen jongen, geniet ervan!
  16. Elza:
    2 augustus 2018
    Ze zeggen wel eens, Orne, dat de Camino pas begint als je weer thuis bent.....
  17. Maria Franssen:
    3 augustus 2018
    Ongelofelijk hoe ondanks de warmte toch opgewekt blijft lopen. Ik bewonder je mentaliteit en geniet van de beschrijvingen onderweg. Nog mooie wandeldagen.