Dag 92: van O Pedrouzo naar Santiago de Compostela (21,2 km)
4 augustus 2018 - Santiago de Compostela, Spanje
Zonnig, max. temp 41º
Vandaag 21,2 / Totaal 2478,5 kilometer
Het was een onrustige nachtrust voor mij, wat overigens niets te maken had met het gesnurk op de slaapzaal. Nee, ik lag alsmaar te woelen, kon amper mijn slaap vatten en heb het nog half twee zien worden. En het mooie van deze nacht was dat de groep uit Guatemala, die ook in de slaapruimte verblijft, de wekker om vier uur af liet lopen. Dit hadden ze overigens wel gisterenavond met de anderen besproken. Al met al was het voor mij dus een erg korte nacht, want ook ik liep om iets voor vijven over de Camino Frances om aan het laatste stukje van mijn pelgrimstocht naar Santiago te beginnen.
Ruim drie maanden heb ik er nu te voet opzitten, 91 dagwandelingen vol krachtsinspanningen, blaren, pijntjes en afzien. Maar door het lopen van zo’n lange periode ben ik fysiek enorm sterk geworden en voel me verrassend genoeg nog erg fit. En mentaal zit het nu helemaal wel goed, Ik was nog maar net op weg of mijn zesde zintuig gaf te kennen dat het einde van mijn pelgrimage nabij is, mijn doel ligt op nog maar een kleine vier uurtjes loopafstand. Er is geen mens op de wereld die mij op dit moment nog kon tegenhouden. De eerste emoties kwamen al een beetje boven en de hele dag was voor mij een kippenvel moment. Dat zal waarschijnlijk ook wel de reden geweest zijn van het feit dat ik mijn slaap niet kon vatten vannacht.
Om weer op de route terecht te komen moest ik eerst naar het plaatselijke voetbalveld van Pedrouzo lopen, om aldaar de gele pijlen weer te gaan volgen. Het was nog stikke donker, ook al was er een heldere hemel en het tracé ging over in een donkere heuvelachtige corredoira, een levend voorbeeld van de Camino uit de middeleeuwen. Alleen de halve maan verlichtte mijn weg en ik kwam op dit erg vroege tijdstip maar enkele andere pelgrims tegen. Het was nog stil onderweg en af en toe, terwijl ik door grote eucalyptusbossen liep, hoorde ik wat geritsel van enkele nachtdieren en het roepende geluid van bosuilen. Verder hoorde ik alleen maar het geknisper op het ritme van mijn voetstappen in het grind. Ik genoot er met volle teugen van en besefte dat het de laatste keer zou zijn dat het geluid van mijn voetstappen een zo intiem en mysterieus plekje verstoort. Mijn Camino loopt ten einde en wat nu nog rest heeft niets meer te maken met magie of metaforen. Nu gaat het over mijn gevoel, mijn gedachten, mijn beleving en die kwamen allemaal hard binnen vandaag.
Na een uurtje wandelen kreeg ik de laatste lange gemakkelijke klim voor de kiezen, waarna ik een wel heel treurig stukje route mocht lopen. Mijn route stuit tegen het vliegveld en de autoweg, alle rondwegen en vervelende buitenwijken ontsieren de mystieke aankomst in Santiago. Helaas is door al deze bouwwerken en infrastructuur het tracé van de Jacobsweg naar Compostela behoorlijk veranderd. Over de onverharde wegen en nieuwe voetpaden liep ik om de kop van het vliegveld en boven mijn hoofd hoorde ik het gebrul van een vliegtuig, het was net half zeven geweest. Maar ja, een pelgrimstocht te voet in de 21e eeuw heeft nou eenmaal met deze wanverhoudingen te maken, het zij zo.
Even voor zeven uur kwam ik aan in Labacolla, alwaar de plaatselijke horeca net de deuren hadden geopend. Ik was blij om hier tijdens een geplande rustpauze mijn ontbijt te kunnen nuttigen, want na twee uur lopen op een nectarine en twee biscuitjes lust men wel iets. In Labacolla, wat net zo heet als het riviertjes wat er doorheen stroomt, wasten de pelgrims vroeger hun kleren en gehavende lichamen, zodat ze zich een beetje ordentelijk aan de apostel Jacobus konden vertonen.
Toen ik na mijn ontbijt weer verder liep was het licht geworden en genoot ik van het schitterende heuvellandschap, waar de mistbanken die tussen de heuvels hingen voor een mystieke sfeer zorgden. De gele pijlen stuurden mij over een asfaltweg omhoog naar de “Monte de Gozo”. Ik passeerde onderweg nog de gebouwen van het televisiestation van Galicië en het dorpje San Marcos en toen ik op de top van de berg “Monte de Gozo” stond zag ik voor het eerst de hoofdstad van Galicië, Santiago de Compostela liggen. Ik zag de torens van de kathedraal boven de stad uittorenen, tenminste dat dacht ik, maar het bleek niet zo te zijn. De kathedraal lag vanaf dit punt nog verscholen achter de gebouwen van de stad. Voor mij was het vanaf hier nog maar een klein uurtje lopen, waarna ik mijn bestemming bereikt zou hebben. Inmiddels had ik al drie lagen kippenvel op mijn huid staan en de rillingen gierden door mijn aderen. Het was niet te beschrijven wat er op dat moment door mij heen ging.
Toen vroeger in de middeleeuwen de pelgrims hier de heilige stad voor het eerst zagen, barstten ze in huilen uit, vielen op hun knieën en zongen (al stinkend) dankliederen voor hun veilige en behouden aankomst na een gevaarlijke reis. Sommigen bleven hier overnachten, zodat ze de volgende morgen op tijd zouden zijn voor de hoogmis, anderen konden de spanning niet meer aan en gingen door. Nu is Monte de Gozo meer een centrum voor toeristen zonder ook maar enige aantrekkingskracht voor de echte pelgrim naar Santiago. Er staat nu zelfs een pelgrimsherberg waar 400 pelgrims in kunnen blijven overnachten, dat zal een gesnurk zijn daar.
Als door een magneet voelde ik me te worden aangetrokken om naar deze stad verder te lopen, maar iets in me hield me tegen. Het besef kwam naar boven dat mijn tocht allemaal binnen een uurtje afgelopen zou zijn, dan was mijn doel bereikt, en wat dan ............ ? Al die drie maanden dat ik onderweg was heb ik helemaal niet aan dit moment gedacht en nu was het ineens het grootste issue. Als in een soort trance liep ik verder richting de stad en het wandeltempo ging alsmaar naar omlaag. Al slenterend liep ik zo over de brug over de snelweg, die de aankomst in Santiago markeert, teleurstellender kon het niet, niet mijn geslenter maar die lelijke brug natuurlijk. Maar dat vond ik eigenlijk niet zo erg, de schoonheid van de wandeltocht van vandaag zit van binnen.
Via de buitenwijken van de stad liep ik naar het oude stadscentrum. Onderweg werd ik ineens nageroepen en toen ik omkeek zag ik Davor, de Kroaat. Hij was gisteren aangekomen in Santiago en nu onderweg naar het busstation om een dagje naar Finisterre te gaan. We spraken af elkaar vanavond nog te ontmoeten. Toen ik bij het Plaza de San Pedro aankwam, daar bij een groot cruceiro, zag ik voor het eerst in al zijn pracht en praal een van de torens van de kathedraal. Het was nog vroeg maar er waren toch al veel pelgrims op de route. Logisch natuurlijk want vanuit alle windstreken wordt er naar Santiago gelopen en in de stad zelf komen al die wegen bij elkaar. Daar neemt de stad eindelijk al die pelgrims in zijn armen en beschermt ze tussen haar door de eeuwen gepolijste en met groene aanslag bedekte stenen, net als al die miljoenen die er mij zijn voorgegaan.
De zenuwen gierden door mijn keel en ik kon het niet meer droog houden op het moment dat ik de trappen af en de poort onderdoor liep. Met een lach en de tranen die over mijn wangen rolden betrad ik de Plaza del Obradoiro en kwam oog in oog te staan met de prachtige barokke kathedraal van Santiago.
Op het plein was het nog niet zo erg druk en ik liep er een beetje verdwaasd in het rond. Mijn ogen zochten al die andere pelgrims waarmee ik de laatste weken mee op pad was geweest. Vele pelgrims lieten hun emoties de vrije loop, een lach, een traan, een glorieus gevoel, veel harmonie, veel gezang, de één kwam trekkend met zijn been aanlopen, de ander ondersteund door een andere pelgrim, een pelgrim die inmiddels een vriend is geworden, een vriend voor het leven. We vielen elkaar om de nek, waren blij deze klus geklaard te hebben en genoten van het euforische moment. Zelf ging ik eens even op mijn gemak op het plein zitten om al hetgeen hier nu gebeurde goed in me op te kunnen nemen. Kort na mijn aankomst kwam de Amerikaanse Pool Wojtek aanlopen, en daarna de Italiaanse Fransesca, de Fransman Fabries, de Hongaar Istvan, de Mexicanen James en José, de Duitse Anna en haar man Günther, de Amerikaanse Heather en al die anderen waarmee ik de laatste dagen op de Camino heb gelopen. Mensen waarvan ik de naam niet eens ken vielen me huilend om mijn nek en zo uitte iedereen op zijn of haar eigen manier deze persoonlijke overwinning.
Na zo enige tijd op het plein te hebben rondgehangen ben ik naar het pelgrimsbureau gegaan om er mijn Compostela op te halen, waarna ik in de huiskamer van het Nederlandse en Vlaamse genootschap mijn verhaal kwijt kon, onder het genot van een lekker bakkie leut. De rest van de dag en ook de rustdag daarna heb ik besteed aan het verkennen van de stad en natuurlijk de bezichtiging van de kathedraal, met mijn “hug-moment” met de apostel Jacobus en het bijwonen van de pelgrimsmissen. Op het plein voor de kathedraal werd het gedurende de dag alsmaar drukker en de vele pelgrims die er aankwamen bleven aldaar, tot laat in de nacht rondhangen. Het was er gezellig, veel Zuid-Europese muziek en ook de Latijns-Amerikaanse pelgrims, die er ook in grote getallen aanwezig waren, zorgden met hun gezang en temperament voor een feestelijke sfeer. Het niet willen loslaten van de Camino en al die vrienden waarvan je afscheid moet gaan nemen, dat valt voor veel mensen niet mee. Ik had daar ook last van. Met Wojtek ga ik maandag nog verder lopen naar de kust, maar van alle anderen heb ik afscheid moeten nemen. Enkele Camino-vrienden blijven nog een paar dagen in Santiago en gaan per bus een dagje naar de kust, anderen gaan direct weer naar huis of hebben er een vakantie aan vast geknoopt. De camino-familie valt snel en abrupt uit elkaar en het weer moeten “landen” zal de nodige tijd vergen. Ik heb gedurende de twee dagen dat ik in Santiago was heel erg veel indrukken opgedaan en met de verwerking daarvan loop ik nog een beetje achter de feiten aan. Zowel zaterdag als zondag zat/lag ik nog tot half één ‘s-nachts op het plein met vele anderen naar de kathedraal te staren, met mijn gedachten bij al die mooie herinneringen van de afgelopen weken. Het gezang en gedans ging nog erg lang door, maar voor mij was toch de tijd aangebroken om mijn bedje op te zoeken, want maandagmorgen moet er weer gewandeld worden. Dan begin ik aan mijn tocht naar Finisterre, die via Muxia nog ruim 100 kilometer bedraagt. Ik hoop daar donderdag aan te komen, waarna ik op vrijdag mijn wandelschoenen even gedag zeg en met de bus terug naar Santiago ga en daarna naar huis.
Geweldig reis man
Groetjes vanuit Herentals.
Grootse prestatie, Orné
Proficiat, een geweldige prestatie. Vandaag genieten van Santiago en het laten bezinken. Ben benieuwd naar je aankomst verhaal. Ik wens je een mooie dag.
En wat fijn om hier met je mee te kunnen “ lopen”
🙏😘
Geniet van je welverdiende rustdag.
Nog heel veel succes en sterkte tot Finisterre.
Geniet van je rustdag.
Ik wens je sterkte voor je laatste “missie”
Geweldig knap van je
Groetjes
Bedankt, heel veel plezier met het weerzien van al je naasten en sterkte met afkicken want het zal best even wennen worden om weer een normaal leven op te pakken ben ik bang...
Bedankt dat je deze reis met ons deelde. We hebben er van genoten. Nogmaals 'n dikke proficiat😉
Fijn om je te volgen, je mag trots zijn op deze prestatie !!
Ook ik heb iedere dag trouw je berichtjes gelezen.
Proficiat!
Gefeliciteerd! Missie volbracht! En hier kun je lang op teren, een levenservaring.
Gr. Marius en Karien
Genoten van jouw verhalen. Wat een tocht!
Ik heb je weblogs veelal gevolgd en ben onder de indruk van de verhalen.
Ik hoop dat deze reis gebracht heeft wat je ervan verwacht hebt.
Grt