Dag 19: van Épernay naar Baye (33,5 km)

17 mei 2018 - Baye, Frankrijk

Zonnig, max. temp 19º

Vandaag  33,5 / Totaal 461,2 kilometer

Weer heerlijk geslapen vannacht, in de verte had ik een flinke onweersbui gehoord, maar wonderwel is het de hele nacht droog gebleven. Benieuwd of onderweg de paden een beetje begaanbaar zijn. Ik mag trouwens nog helemaal niet mopperen met de weersomstandigheden. Nog maar een half uurtje regen gehad onderweg en dat was nog miezer ook. Hopelijk blijven de weergoden mij goed gezind. 

Nadat ik me helemaal gereed had gemaakt voor vertrek, trok ik om 07:30 de deur van de pastorie van “Saint Pierre - Saint Paul” achter me dicht. De pastoor, waarvan ik gisteren al afscheid had genomen en de pastoorsmeid, een Belgische dame die vloeiend Nederlands spreekt, lagen nog op één oor. Gisteren had ik van de pastoor de sleutel van de pastorie gekregen om nog even de stad in te kunnen gaan. Met de “wetenschap van Scherpenheuvel” nog vers in mijn achterhoofd heb ik er zeker voor gezorgd dat deze keer de sleutel in de pastorie achterbleef. 

De bestemming voor vandaag wordt Baye, weer een dertigplusser. Vanaf de dag dat ik naar Reims liep, toen ik Ardennes verliet, loop ik nu in Marne, één van de veertien Franse departementen die ik doorkruis. Mijn eerste doel vandaag was; het vinden van een boulangerie, want ontbijten was er in de pastorie niet bij en op een lege maag is een lange wandeling niet vol te houden. Buiten scheen het zonnetje al en het zou de hele dag een zonnige dag blijven. 

Na een klein half uurtje wandelen vond ik in Pierry een Boulangerie met ernaast één van die typische kleine Franse cafeetjes “café du Midi”. Nadat ik mijn brood had gekocht ging ik het cafeetje binnen, waar al enkele mannen, werklui, aan de “petit et grande café” zaten te lurken. Ik bestelde een “café allongé” en vroeg de barkeeper of ik mijn brood erbij op mocht eten. “Mais Biensure Messieur” werd mij toegelachen en toen ik wat beter over de toog keek zag ik dat er diverse werklui hun brood in de koffie aan het onderdompelen waren. Typisch een van die Franse gewoontes waarbij de mannen zo ‘s morgens voor naar het werk gaan even in het lokale café een bakkie doen, iedereen persoonlijk begroeten en een hand geven, wat sociale contacten onderhouden om dan na een kwartiertje weer te vertrekken. Niets geen gehaast en gejaag om naar het werk te gaan, nee even lekker de tijd nemen. Bouwvakkers, stratenmakers, kantoorlieden en mannen in driedelig pak, ze komen allemaal voor een bakkie troost om de dag te beginnen. Toen ik in het regionale dagblad de weersverwachting voor de komende dagen aan het bekijken was, viel mijn oog op een voetbalartikel. Gisteren bleek de UEFA-cup-finale gespeeld te zijn, 3-0 voor Atletico Madrid. Ik heb er helemaal niets van meegekregen en het doet me op dit moment ook niet zo veel. Dat is wel eens anders geweest, heb enkele jaren geleden samen met onze zoon Teun zelfs nog een UEFA-cup-finale bijgewoond.  

Met nog een “petit café” erbij kon ik er weer even tegenaan, zei iedereen gedag en verliet het café. Via het pittoreske Moussy, vroeger ook wel het kleine Venetië genoemd, liep ik binnen no time weer door de wijngaarden met direct een pittige klim voor de boeg, die mijn kuiten flink op de proef stelden. Er was veel bedrijvigheid op de wijnvelden, dit was gisteren ook al zo. Behalve dat er met chemicaliën het onkruid werd bestreden en de druivenranken werden bespoten (champagne is best gezond), liepen er ook lui die aan het ‘dieven’ waren om de plant optimaal te laten groeien. 

Het pad waarover ik liep was erg onregelmatig, veel keien die lukraak leken neergegooid. Zo af en toe, tussen de wijngaarden was het een geasfalteerd traject, verder alleen maar wandelpaden. Na deze klim liep ik al weer snel in de koele bossen, het geronk in de verte van de machines op de wijnvelden achterlatend. Zo liep ik de champagnestreek weer uit, net zo abrupt als ik er in terecht was gekomen. Ik zag vandaag veel slakken, ook echte escargots met van die huisjes, maar vooral veel naaktslakken. In alle kleuren en maten trokken ze over het glibberige pad, van oranje-geel naar roestbruin tot zwart. Nu ik hen zo hun weg zie banen om van de ene naar de andere kant van het pad te kruipen, is dat best vergelijkbaar met mijn tocht, maar ik zal er nog langer over doen.

Zo liep ik Morangis binnen, alwaar ik lekker in het zonnetje mijn eerste tussenstop nam, eigenlijk de tweede het cafeetje meegerekend. Toen ik mijn weg vervolgde ging de route door het bos van Argensolle. Over een lengte van ongeveer acht kilometer doorkruiste ik het bos, waarbij de paden erg nat waren. De door everzwijnen omgewroete grond op mijn pad, maakte het soms onbegaanbaar. Het was af en toe een glibberige schuifpartij, waarbij ik alle moeite moest doen om niet in de modder te vallen. Maar oh, wat is het hier mooi, ik passeerde de vijver van ‘Grand Folie’, waar ik futen, meerkoeten, waterhoentjes, ganzen en meerdere soorten eenden met hun kleintjes zag rondzwemmen. In het bos speurde ik voetsporen van edelherten, reeën en everzwijnen. Voor het vogelconcert zat ik op de eerste rang, alleen even in de verte het geluid van kettingzagen die verraden dat er ook nog gewerkt wordt in het bos. Zo liep ik te genieten met een lekker windje in de schaduw van de bomen, net genoeg om niet helemaal nat van het zweet te raken. Ik kwam op een brandgang, een soort dreef in het bos, waar een havik, gestoord door mijn aanwezigheid, zijn prooi aan het oppeuzelen was. Ik zag opvliegende holeduiven en bonte- en groene spechten en niemand, maar dan ook niemand kwam ik tegen. Toen ik na anderhalf uur genieten het bos uitliep kwam ik bij het kasteel van Charmoye. Dit kasteel was vroeger een abdij, maar werd na de Franse Revolutie verkocht als nationaal bezit. De nieuwe eigenaar heeft nog vergeefs geprobeerd de gebouwen te behouden, maar van het abdijcomplex rest alleen nog maar een deel van het kloostergebouw en een boerderij. Nu is het privébezit. Wat ook opviel, toen ik het bos uitliep, was dat er weer weilanden waren. Weilanden met een hele gele waas van boter- en paardenbloemen waaruit het zo vertrouwde Franse geluid van tjirpende krekels als muziek in mijn oren klonk, bijgestaan door het gefluit van veldleeuwerikken en de af en aan vliegende boerenzwaluwen, mijn dag kon helemaal niet meer stuk.  

Even later liep ik het dorpje Montfort-Lucy binnen en sprak er enkele voorbijgangers. Ze riepen me na “Compostelle?” Ik zei “Oui” en enkele kwamen naar me toe en spraken in raptempo Frans hoe goed ze het wel niet vonden wat ik deed. Veel duimpjes omhoog, een schouderklopje, een warme hand en zelfs een omhelzing van een dame ontving ik. Ik voelde me er een beetje opgelaten bij, net of ik aan één of andere wedstrijd aan het deelnemen was. Maar ik wil niets bewijzen, ik wil gewoon genieten. Aankomen in Santiago de Compostella is ook niet mijn doel. Het onderweg zijn, de ontmoetingen en de levenservaring die ik er door krijg, daar doe ik het voor. Mogelijk ga ik er andere inzichten door krijgen, we gaan het beleven.

In Montfort-Lucy zag ik een terrasje bij een hotel-restaurant-bar dat open was. Ik bestelde er een koffie en vroeg de eigenaresse of ik mijn meegebrachte picknick er mocht opeten. Geen probleem bleek maar weer eens, moet je in Nederland eens proberen, wordt je meteen van het terras geschopt. Wie zegt dat die Fransen geen gastvrij volk is moet maar eens een stukje in dat schitterende land gaan wandelen. Je komt er wel achter hoe geweldig lieve hartelijke mensen het zijn. Ja ze spreken Frans, maar gaandeweg ga je dat zelf ook steeds meer doen.

Zo zat ik te genieten van mijn lunch met uitzicht op het renaissancekasteel van Montfort-Lucy, dat dominant over de hele regio uitkijkt. Even later kwamen nog twee Nederlanders het terras bemannen, waarmee ik in gesprek raakte. De heren waren op weg naar huis, nog nagenietend van hun wijnvakantie. 

Na een pauze van anderhalf uur (Festina Lente) begon ik aan mijn laatste etappe, het was daar dat ik oog in oog kwam staan met een wasbeer, die op een afstand van vijfentwintig meter op het pad bleef stilstaan. Ik had nog nooit zo’n beestje in het wild gezien, ze zijn verrassend genoeg niet echt schuw, maar toen ik dichterbij kwam schoot hij het tarweveld in en was verdwenen. Zo tussen de graan- en koolzaadvelden en ook aardappelbedden trok ik Baye binnen, alwaar in het voormalige kasteel van Baye een bedje voor mij klaar stond. In dit kasteel zit nu de internationale katholieke familie van de “Foyer de Charité” (Zetel van Liefdadigheid), een lekengemeenschap van mannen en vrouwen met een priester, die er in een commune leven (ze vormen samen een gezin), naar het voorbeeld van de eerste christenen. Ik werd er ontvangen door “Frère Henrie Wambergue”, die mij het een en ander vertelde over dit kasteel en hun gemeenschap. Hij vertelde over de bijzondere Marthe Robin en dat er in Nederland in het witte stadje Thorn ook zo’n gemeenschap zit, wereldwijd zijn er 75 van deze gemeenschappen. ‘s Avonds heb ik met deze gemeenschap lekker gegeten, waarna ik vermoeid mijn bedje heb opgezocht. Morgen vroeg is er de Lauden en een mis waarna het ontbijt zal worden geserveerd. Ik heb bedankt voor de Lauden, maar de mis van acht uur zal ik wel bijwonen, alleen al uit respect en dankbaarheid voor alles wat ik van deze lieve mensen heb gekregen.

10 Reacties

  1. Toos:
    17 mei 2018
    Wat schrijf je toch mooi.....
    ... Heerlijk om zo mee op pad te gaan.😊
  2. Tante Sjan:
    18 mei 2018
    Tot nu zijn de weergoden je goed gezind ga zo door.
  3. Elly:
    18 mei 2018
    Ik kom mijn bed niet uit alvorens jouw verhaal gelezen te hebben. Zo begint mijn dag al goed! Mooie verhalen en tot hiertoe al een fantastisch avontuur. Het ga je goed👍
  4. Anjo:
    18 mei 2018
    Het is maar goed dat het een wasbeer was en geen bruine beer Orne.
    Succes vandaag.
  5. Ed:
    18 mei 2018
    He Orne. Blijft leuk je te volgen maat. Geld geef je vrijwel niet uit zeker?
  6. Lysandra Wiersma:
    18 mei 2018
    Waarschijnlijk was het een das en geen wasbeer! Op mijn pelgrimstocht door Frankrijk heb ik er zeker 3 gezien, maar altijd waren ze (net) dood. Die ervaring met vriendelijke Fransen heb ik ook steeds! Ik geniet van je verhalen. Ga zo door!
  7. Louise:
    18 mei 2018
    Je schrijft geweldig! Leuk om je te volgen. Vanaf SJPdP nemen gezamelijke borrels en maaltijdener andere pelgrims veel van je tijd in beslag. Ik ben benieuwd hoe je dit ervaart want jij steekt best veel tijd in de blog. Buen Camino!
  8. Leo jorissen:
    18 mei 2018
    Leuk om de verhalen van je tocht te lezen Orné, lekker weg van de snelweg.

    Groeten leo
  9. Ome Jan en tante trees:
    18 mei 2018
    Ome Jan vraagt of dat je de vuile was hebt meegegeven aan de wasbeer?
  10. Maria Franssen:
    18 mei 2018
    Weer een mooi verhaal. In 2013 heb ik ook in mei in het “klooster” in Baye overnacht. Maakte toen een trouwerij mee van twee vijftigers in de 13-deeeuwse kapel met aansluitend een familiediner met de kloostergemeenschap. Na het diner ging iedereen, jong en oud, elkaar verhalen en grappen vertellen. Ik zal het nooit vergeten. Bedankt voor je mooie verhalen en Buen Camino